De trainer was onverbiddelijk: ik heb de training in het schema gezet, maar je mag ‘m alleen doen als je echt vroeg kunt vertrekken. Oké chef!

Combitraining: 40 kilometer fietsen aan wedstrijdtempo en daarna 35 minuten hardlopen aan rustig duurlooptempo. Een belangrijke training met het oog op mijn eerste kwart triatlon die over twee weken op de agenda staat. Vorige week stond deze training al ingepland, maar toen ging het mis. Mijn fiets wilde niet meewerken. Ik was nog maar net onderweg of mijn stuur begon in te zakken. Daar is een probleempje mee, de boutjes trillen los en die moet ik dus regelmatig aandraaien, maar daar had ik niet aan gedacht. Ik kwam dus niet verder dan een kilometer of vijftien fietsen. Het hardlopen daarna ging trouwens wel supergoed, maar dat is natuurlijk niet te vergelijken met lopen na meer dan de dubbele afstand bijna volle bak fietsen. Dus, nieuwe poging. Alleen, het weer werkt niet echt mee. Ik heb donderdag gemerkt dat zelfs om een uur of negen ‘s ochtends het al te warm is om nog redelijkerwijs te kunnen hardlopen. Fietsen is met dat lekkere rijwindje geen enkel probleem, maar hardlopen is voor mij niet te doen. Sommige mensen kunnen daar tegen. Ik niet.

Afbeelding van Joe via Pixabay

Vandaar die opdracht van de trainer. En dus stond vanochtend om 06:00 de wekker, nota bene op de laatste zondag van mijn vakantie. Maar ach, morgen staat-ie om 05:45 want ik ga naar kantoor, ergens op de toendra van Amsterdam. En in de praktijk was de wekker niet eens nodig. Om 05:43 ging namelijk mijn hypo-alarm af, dus ik moest gaan eten, of ik wilde of niet.

Boterhammen, twee koppen koffie, de bidons vullen, tijdritpakkie aan, gaan met die banaan. Natuurlijk had ik alles zo veel mogelijk klaargezet gisteren en vooral de boutjes nog een keer aangedraaid.

Het is best bijzonder, op zondagochtend om 06:34 op de racefiets springen. Het is dan echt nog stil. Pas tegen 8 uur kwam ik de eerste andere fietsers tegen, de hondenuitlaters waren schaars, de hardlopers kwamen wel al aardig op gang voor 8 uur, uiteraard om dezelfde reden als waarom ik zo vroeg op de fiets zat. Mijn grootste verkeersuitdaging op dat tijdstip dat zelfs in de bible belt de zondagdienst nog niet is begonnen (toch?) waren… katten. Die zijn volop actief, lekker ongestoord op kleine beestjes-jacht. En soms gaan ze dan vlak voor je voorwiel opeens de weg over. Het is wel gaaf met die tijdritfiets, als het zo uitgestorven is. Volle bak door alle bochten, zoals ik in een vorige blog schreef ben ik naar mijn bescheiden mening geen slechte stuurman en nu hoefde ik helemaal nergens op te letten. De maan stond nog prachtig aan de hemel. Wat wel een dingetje was waar ik niet bij na had gedacht: de zon stond dat ook, heel laag, en op een lang recht stuk in mijn trainingsronde scheen die vol in mijn gezicht en zag ik echt heel weinig.

Afbeelding van Anja-#pray for ukraine# #helping hands# stop the war via Pixabay

Het fietsen ging niet goed. De afstelling van mijn fiets klopt niet, deels doordat dat stuur een paar keer is losgeraakt. Het staat te laag denk ik, waardoor ik zo hard op mijn zadel wordt gedrukt dat ik last krijg van mijn, ehm, zitvlak. Daardoor kon ik in het tweede deel mijn snelheid niet goed meer vasthouden. Op zich is een gemiddelde van 34,4 denk ik niet slecht in een kwart triatlon, maar ik weet dat ik harder kan.

Transitie! Bloedglucoseniveau controleren, oeps 5,4, snel de insulinetoediening helemaal stop zetten en een gel met cafeïne voor de suikers en voor de extra prestaties naar binnen werken. Tsja, als diabeticus is een triatlon – of welke duursport dan ook – iets ingewikkelder want je hebt er een taak bij aan het bloedglucosemanagement. Vol smart wacht ik op het moment dat ik mijn sensor eindelijk kan uitlezen met mijn Garmin. In een aantal landen kan dat al, maar in Nederland nog niet.

Superblij met mijn sensor. Maar zonder diabetes is het toch een stuk makkelijker…

En weer een les geleerd. Ik had gefietst met hardloopsokken, want ja, fietsen met hardloopsokken is geen probleem, ziet er alleen raar uit, maar hardlopen met (dunne) fietssokken, dat lijkt me niet zo’n strak plan. En hardlopen met blote voeten zoals in mijn sprinttriatlon, dat liever ook niet over 10 kilometer. Maar die hardloopsokken zijn zoals gezegd een stuk dikker en dus moet je je schoenen wat minder hard aandraaien. Nu had ik bij het lopen de eerste minuten tintelende voeten.

Het hardlopen voelde als werken, een stuk lastiger dan vorige week. Maar eenmaal thuis zag ik dat het behoorlijk goed was gegaan. Hoewel ik echt op reserve liep haalde ik toch circa 5:43 minuut per kilometer, niet veel boven mijn beoogd wedstrijdtempo.

Het was wel al echt warm, trainer had gelijk. Ik liep twee grote ronden om onze wijk, en daarin zit een lang recht stuk over de Reinier de Graafweg (langs het ziekenhuis dus). Daar stond het beetje wind dat er was in de rug, net als de zon. Bloedheet, terwijl ik om 07:57 aan het lopen was begonnen.

Nog een week hard trainen, dan een weekje taperen, en dan de wedstrijd in Veenendaal. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt. Het lopen gaat al een stuk beter dan tijdens mijn debuut door de toegenomen trainingsintensiteit, en het fietsen is sowieso goed genoeg maar wie weet kan ik nog wat verbeteren aan de fiets. Dus, alleen nog zorgen dat ik niet naar de bodem zink met zwemmen en dan zijn we er.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *