#’s 1-100 – De tweede tussenbalans

Op 4 juli had ik in iets minder dan drie maanden 50 albums achter de rug. Op 11 oktober heb ik de tweede 50 volgemaakt – voor mijn gevoel was het tempo beduidend gedaald maar dat valt dus mee. Ondanks alle huis-koop-en-verkoop-perikelen, een weekje op reis, werkreizen en wat dies meer zij haal ik nog steeds drie tot vier albums per week.

Dat komt ook doordat ik dit echt leuk vind. Het is een ontzettend leuk project, omdat het me ten eerste dwingt om eindelijk weer eens aandachtig en intensief naar muziek te luisteren en ten tweede omdat het me muziek laat luisteren waar ik anders nooit (meer) naar zou luisteren. Mijn muziekbegrip is duidelijk toegenomen.

Wat heel mooi is om te merken: volkomen onafhankelijk heb ik vaak dezelfde waarnemingen over, kritiek op of lof voor albums als de mannen van de podcast 1001 Album Complaints, die de inspiratie voor dit project vormde. Dat zijn geschoolde muzikanten terwijl ik alleen basale akkoorden kan spelen op gitaar en piano en wat eenvoudige tonica kan meeplukken op een basgitaar. Natuurlijk mis ik de theoretische muziekkennis die zij hebben, maar daar staat tegenover dat ik vrij duidelijk een veel bredere en grotere muziekbasis heb dan zij (die tien jaar jonger zijn en in tien jaar kun je veel muziek luisteren, en bovendien heb ik dus ook een andere tijd meegemaakt, waarin muzikaal meer gebeurde). Wel zijn zij veel beter thuis in hiphop en andere ‘moderne’ muziek; sinds ongeveer 2000 ben ik nauwelijks nog op de hoogte van actuele muziek. En dan moet je opeens het fenomeen Taylor Swift gaan beoordelen…

De heren van de podcast stellen in elke aflevering de vraag centraal: hoort dit album op de lijst? Dat snap ik, maar dat vind ik een niet te beantwoorden vraag waar ik mijn vingers niet aan ga branden. Wel voeg ik albums toe waarvan ik echt niet begrijp waarom ze er niet opstaan. De reden dat ik die vraag niet kan of wil beantwoorden is omdat ik van veel van de genres gewoon te weinig kennis heb. Ik hoor heus wel dat ‘Fear of a black planet’ van Public Enemy een goed hiphopalbum is – de zeven albums in dat genre die ik nu goed beluisterd heb geven me een beter beeld. Nog steeds geldt overigens dat ik de meeste relatief bets kan appreciëren, met uitzondering van NAS. Maar ik ken de historie van die muziek niet, ik weet niet welke albums grensverleggend, of invloedrijk, of steengoed, of wat dan ook zijn. Ik heb geen referentiekader. En dan wordt het een onzinnige exercitie, in mijn ogen. Dat geldt uiteraard niet alleen voor hiphop. Ik ben goed thuis in hardrock/metal, in alternatief en de basis voor alle moderne muziek uit de periode 65-75 en in (oudere, tot 1980) jazz, ik kom een eind in (oude) punk, progrock (nog niet langsgekomen!) en de wat scherpere singer-songwriters, daar heb ik stapels cd’s van in de kast. Van die genres durf ik dus ook albums toe te voegen aan de lijst, omdat ik weet wat erop zou moeten horen.

Dus hou ik het simpelweg bij de vraag ‘wat vind ik ervan, hoe bevalt dit album mij als ik het luister’. En dan zie je vrij automatisch dat de zojuist genoemde genres het best gewaardeerd worden, want dat is mijn referentiekader.

Soms vallen waarderingen enorm uit de boot. De evidente voorbeelden zijn ‘Graceland’ van Paul Simon – wiens twee albums die langskwamen die hij samen met Art Garfunkel maakte (maar die muzikaal eigenlijk natuurlijk gewoon Paul Simon-albums zijn) heel goed gewaardeerd en beoordeeld werden, en het o zo teleurstellende, boos makende, belachelijke ‘Kid A’ van een van mijn favoriete bands van de jaren negentig: Radiohead. Spannend is dat ik binnenkort een nieuwer album van Radiohead moet beoordelen, dat ik nooit gehoord heb omdat ik na ‘Kid A’ en het broertje ‘Amnesiac’ de band totaal had afgeschreven.

Vond ik die albums echt erger om naar te luisteren, of net zo erg, als het volstrekt onluisterbare ‘The miseducation of Lauryn Hill’? Nee, natuurlijk niet. Die cijfers worden ook ingegeven door irritatie of eigenlijk zelfs woede omdat je weet dat deze artiesten zo ongelofelijk veel betere muziek hebben gemaakt en dus zouden moeten kunnen maken dat het een hard oordeel verdient als ze zo’n drol afleveren.

Hieronder de bijgewerkte grafiek. Ik heb het genre singer-songwriter alsnog afgesplitst van rock/alternatief en een beetje pop, omdat het toch wel een op zichzelf staand iets is. Het blijft altijd lastig, die bakjes. Verdient hardcore echt een apart bakje (met slechts een handvol albums op de hele lijst)? Ja, ik vind van wel, het is echt iets anders dan punk. Het gemiddelde cijfer voor r&b wordt flink opgekrikt doordat ik het prachtige ‘Talking book’ van Stevie Wonder ook dat labeltje heb gegeven, net als eerder ‘Modern sounds in country and western music’ van Ray Charles. En het teleurstellende ‘Live at the Apollo’ van James Brown. Het is daarmee waarschijnlijk het meest uiteenlopende genre, maar zoals gezegd: anders krijg je echt mini-genres. Wie weet dat ik een volgende keer weer wat dingen verhang.

Bon, we gaan verder maar voordat ik me weer op de lijst stort is eerst een Engelse band die om onbegrijpelijke redenen niet de lijst heeft gehaald aan de beurt…


Ontdek meer van ivo-habets.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.