Lessen uit een burn-out: mijn eerste triatlon

Het stellen van doelen is een even simpel als effectief middel om jezelf te motiveren om te gaan sporten en vooral om te blijven sporten. Zeker voor solitaire sporters zoals ik is het verbeteren van je eigen prestaties een prachtig doel. Juist daarom is het fietsen met een vermogensmeter zo’n feest. Dat is de enige echt objectieve prestatiemeting die je bij fietsen kunt toepassen. Snelheid is volkomen afhankelijk van parcours en omstandigheden, vermogen is zo neutraal als de Zwitsers. Met hardlopen kun je met minder slagen om de arm naar je tijden kijken.

Ik sport sinds een jaar of drie min of meer fanatiek. De vermogens die je trapt zie je met tientallen Watts toenemen en de hardlooptijden over 5 en 10 kilometer – ik heb geen enkele ambitie om verder te lopen, of nou ja, misschien een keer een halve marathon – gaan met minuten naar beneden. Maar dan gaan die curves afvlakken. Ik kan niet nog meer gaan trainen, en sinds ik ben begonnen met sporten ben ik ook alweer drie jaar dichter bij de 50 gekomen en het potentieel neemt dan natuurlijk af. Dus heb ik andere doelen nodig. Lange tochten, dat heb ik nu wel gedaan, zeker na die 311 kilometer van vorige week. Bovendien is dat vooral een kwestie van veel volume maken, het prikkelt je niet echt om je tong tussen je spaken en het snot uit je neus te trainen. Wedstrijden! Inschrijven en voorbereiden dan maar.

Er is alleen een probleempje: ik rij al niet graag in een groep, dus een wedstrijd in een peloton rijden, nee sorry, dat wil ik niet en durf ik niet. Daar schaam ik me niet voor. Op mijn leeftijd daar nog aan beginnen, als je toch wat meer nadenkt bij dingen, nee. Tijdritten zijn een schitterend alternatief. Maar daar zijn er niet zo veel van. Tadaa, de oplossing: run-bike-run. Maar ook die zijn er nauwelijks. Triat(h)kon dan maar! Een supervolle wedstrijdkalender, kan op mijn niveau, schitterende doelen om mezelf te stellen. Op naar mijn eerste triatlon (ik hanteer vanaf nu de spelling van het groene boekje en Van Dale en dus niet die van de Triathlonbond)!

Net alsof ik een tijdrijder ben

Er is alleen een probleem… Ik kan niet zwemmen. Dat wil zeggen, natuurlijk kan ik zwemmen, maar niet echt. De eerste keer dat de psychische problemen waar ik mijn leven lang last van zou blijven houden zich openbaarden was nota bene tijdens een zwemles. Ik heb via schoolzwemmen keurig mijn B-diploma (oude stijl, toen je volgens mij veel meer moest zwemmen voor een diploma maar niet door gaten hoefde te zwemmen, waar geen kunst aan is) gehaald maar dat was het dan ook. Borstcrawlen kan, of kon, ik totaal niet.

Een collega vertelde mij dat de KNZB beginnerscursussen borstcrawl aanbiedt en dat leek me wel wat. Mooie afleiding toen ik thuis zat vanwege de burn-out, een keer per week goed wakker worden in een zwembad. Ik moet zeggen: de cursus zit uitstekend in elkaar. Op een supergestructureerde manier worden alle onderdelen behandeld en steeds meer gecombineerd. Dat beginnerscursus ging niet voor iedereen op, sommige deelnemers trokken bij het inzwemmen een paar baantjes in een – in mijn ogen volmaakte – borstcrawl, terwijl ik al naar de bodem zonk als ik eraan dacht. Heel intimiderend.

Ik maakte door de goede cursus echter duidelijk vorderingen. Toen kwam de elfde – op-een-na-laatste – les. We moesten voor het eerst baantjes zwemmen zonder alle hulpmiddelen en met ademhaling zoals het hoort. Bovendien werden we gefilmd. Het ging voor geen meter. Dat ademhalen krijg ik gewoon niet voor elkaar. Bij de derde ademhalingscyclus moet ik altijd stoppen, ik heb gewoon geen lucht meer. Dat borstcrawlen waarbij je met heel veel lichaamsbewegingen tegelijk bezig moet zijn doet een groot beroep op je motoriek, en die is bij mij zonder meer onderontwikkeld. Daarom zijn fietsen en hardlopen voor mij prima sporten, en is mountainbiken dat duidelijk niet. Ook hiervoor schaam ik me niet, ik heb andere kwaliteiten.

De laatste les waarbij we vooral baantjes in volledige borstcrawl zouden oefenen heb ik overgeslagen. Ik durfde of wilde niet meer. Probleem! Mijn eerste gedachte was: ik doe dezelfde cursus gewoon nog een keer helemaal opnieuw. Ik ben al iets minder beginner. En dan ga ik naast de cursus een keer per week oefenen, dat adviseert de KNZB ook. Dan pak ik het misschien wel op.

Hohoho, wacht eens even… Ik was net in die periode weer (deels) begonnen met werken en mezelf aan het ontworstelen aan een burn-out. Twee jaar lang had ik met het gaspedaal vol ingedrukt gewerkt en geleefd en dan zegt je lichaam tegen de tijd dat de cortisol uit je oren spuit onvermijdelijk een keer: zoek het lekker uit. Ik heb er veel van geleerd, dingen die ik anders moet doen in mijn werk maar zeker ook daarnaast. Tegenwoordig kan ik genieten van gewoon een keer helemaal niks doen, de weldadigheid van verveling. Sporten is een geweldige manier om ontspanning te vinden naast je werk, nog los van de gezondheidseffecten. Tijdens het dieptepunt van de burn-out was het dé uitlaatklep, het enige dat tegenwicht gaf aan het gevoel nutteloos en mislukt te zijn.

Maar dat moet het wel blijven: een uitlaatklep en ontspanning. Dat mag best ambitieus zijn, zoals ik in het begin stelde is dat ook een manier om er lol in te blijven hebben. Dit begon op moeten te lijken. Kappen daarmee.

En dus ga ik volgende week starten in mijn allereerste triatlon zonder dat ik kan zwemmen. Ik zal niet zinken maar ongetwijfeld als een van de laatsten uit het water hobbelen. Maar het is slechts 500 meter, in een kwartier moet dat kunnen. Zwemmen is voor mij dus alleen maar een noodzakelijk middel om aan de start te kunnen komen. Ik heb onder andere dankzij de onvolprezen Slimmer Presteren Podcast inmiddels ook begrepen dat ik niet de enige triatlondeelnemer met schoolslag ben. Dat is geruststellend. Ik zou mezelf dan wel weer geen triatleet noemen, daar moet je toch voor kunnen zwemmen vind ik. Net als een wielrenner iets anders is dan een fietser op een racefiets. Ik vind mezelf inmiddels wel wielrenner.

Fietsen is dan mijn beste onderdeel. Want ja, ik ben een wielrenner! Hardlopen is dan weer alleen maar om aan de finish te komen. Doordat ik dit jaar veel getraind heb voor mijn Gran Fondo in Luxemburg heb ik hardlopen alleen maar onderhouden met een duurloopje per week. Bovendien heb ik diverse kleine en iets minder kleine blessures gehad. Ik zal niet in de buurt komen van mijn record op de 5 kilometer dat onder de 25 minuten ligt. Dat komt wel weer.

Daar kom ik nu niet bij in de buurt…

Ik vind het superspannend en ik heb er heel veel zin in. Een mooi doel om naar toe te werken. Door mijn gebrek aan viskwaliteiten zal ik nooit verder komen dan een kwart triatlon en dan eigenlijk alleen die waar de zwemafstand 1000 meter is, 1500 is echt (te) ver met schoolslag. Dat is dan maar zo. Het gaat om de lol en bij wedstrijden is mijn doel altijd hetzelfde: niet laatste worden, liefst ook niet in mijn leeftijdsgroep. We gaan het zien. 10 juli, Voorster (achtste) triatlon!


Ontdek meer van ivo-habets.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.