Een vriend van mij sleutelt meer aan zijn fietsen dan dat hij erop fietst. Daar leeft hij helemaal voor, materiaal is echt zijn ding. Hij is ook superhandig, vanuit mijn perspectief dan toch. Hij doet zelf het onderhoud aan zijn schijfremmen, om maar iets te noemen.
Ik kan nog net zelf een band vervangen. Mijn gravelbike staat al drie maanden met een lekke band, want die is tubeless. Ga ik echt niet aanraken. Ketting smeren, dat kan ik ook nog, alhoewel ik al eens uitgefoeterd ben door een fietsenmaker vanwege de bende die ik ervan gemaakt had. Ik gebruikte toen nog geen kettingreiniger. Tsja.
Nee, daar haal ik echt geen lol uit. Mijn allergrootste passie fiets- en ook hardloopgerelateerd zit in fysiologie. Al sinds 1993 toen ik mijn eerste racefiets kocht smul ik van alles wat ik kan lezen en tegenwoordig in podcasts horen over trainingsleer. Op de middelbare school had ik aan geen enkel vak – behalve dan het rampzalige tekenen en dergelijke – een grotere hekel dan aan biologie. Maar nu denk ik dat een studie inspanningsfysiologie geen gekke keuze was geweest. Onzin overigens, want ik vind mijn werk veel te leuk. Maar ik overweeg wel serieus een hbo-module inspanningsfysiologie te gaan doen als hobby. Universitair is helaas niet mogelijk. Maar hiervoor geldt ook weer dat ik mijn vrije tijd maar één keer kan besteden, het leven draait om keuzes.
Wat ik wel ga doen is voor mijzelf een trainingsschema maken in de aanloop naar mijn volgende doel: de Golden Ten op Hemelvaartsdag. Groot evenement in mijn geliefde Delft. Van mijn voorbereiding op de halve marathon heb ik weer veel geleerd. Laat ik er twee dingen uit pikken. Het schema van Stryd dat ik gebruikte was gepolariseerd. De wetenschap is er voor zover ik weet nog niet uit of gepolariseerd of het meer klassieke piramidaal beter is, hoewel er enig bewijs schijnt te zijn dat voor atleten met weinig tijd gepolariseerd beter is. Misschien zijn er lezers die klapperen met de oren. Welnu, gepolariseerd wil zeggen dat veruit het grootste deel van de trainingstijd op heel rustige intensiteit plaatsvindt, en een klein deel op zeer hoge intensiteit. Vaak wordt in dit verband de 80-20-verhouding genoemd, maar dat ligt in de praktijk wat ingewikkelder en genuanceerder. Voor een onervaren loper als ik heeft dat echter een groot nadeel. Want je traint dus niet of heel weinig in die zone ertussen in. En precies in die zone ligt je wedstrijdtempo, ten minste bij langere wedstrijden zoals een halve marathon of 10 kilometer. Dat tempo loop je dus nooit en je krijgt er ook geen gevoel bij. Piramidaal wil zeggen dat je de meeste trainingstijd op lage intensiteit doorbrengt, een kleiner maar nog steeds substantieel deel voelbaar intensief, en een klein deel van de tijd boven je kunnen.
En dat ga ik nu doen. De tweede les die ik eruit pik is dat twee weken taperen voor iemand die nog volop conditie opbouwt veel te veel is. Niet alleen niet nodig, maar ronduit onproductief. De trainingsbelasting zakte veel te ver weg en de vormpiek die daar in theorie bij hoort was alweer voorbij. Ik werk fulltime en sport ernaast, ik ben geen prof die een gemiddelde TSS van ver boven de 100 per dag haalt. Dus die trainingsbelasting is ook niet dusdanig zwaar dat hij zo sterk afgebouwd moet worden.
Ik ben er vanochtend eens voor gaan zitten en heb een mooi piramidaal schema in elkaar gedraaid. Ik voeg een rustige fietstraining per week in, dat moet ik ook weer eens gaan opbouwen en is een goede aanvulling op looptrainingen en uitstekende vervanging van hele rustige lange duurlopen. Ik heb het skelet gemaakt en ga nu de voortgang monitoren en waar nodig aanpassingen doen. Tempo, aantal herhalingen en lengte van de blokken, totale lengte van de trainingen, alles. En uiteraard lijkt het schema nu heel mechanisch maar ga ik de trainingen verdelen over de weekdagen met een blik op werkagenda en al dan niet kantoordagen.
Leuk!
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.