De dag die je wist zou komen…
Of hoe ging die totale taalverneuking van het Koningslied ook alweer? Deze exercitie begon met een hiphopalbum. Ik maakte me toen ik begon vooral zorgen over hiphop: ik heb er niks mee, ik begrijp er niks van en ik kan het ook niet plaatsen. Inmiddels ben ik toe aan hiphopalbum nummer vier en dus heb ik al een ‘hele historie’ met het genre.
[Technically speaking is dit niet een heel eerlijke beschrijving van mijn geschiedenis met het genre. Afhankelijk van hoe je telt heb ik minimaal een of minstens drie hiphopalbums in de kast staan, als je nog ruimer telt meer. Van die drie is er één dat ik oprecht een heel goed album vind – Ruby Vroom van Soul Coughing].
De eerste twee, van Snoop Dogg en Wu-Tang Clan, vielen me eigenlijk niet eens tegen. Snoop Dogg vond ik muzikaal interessanter dan verwacht, en van de Clan vond ik het rappen bij vlagen best te pruimen. Nummer drie, van NAS, voldeed aan al mijn negatieve verwachtingen: ronduit verschrikkelijk. Het was wachten op een hiphopalbum dat ik best te pruimen vind.
Voilà Dr. Octagon met het onuitsprekelijke Dr. Octagonecologyst. De meneer in kwestie pretendeert op dit album een arts te zijn en het leidt denk ik tot nogal smerige en vaak vooral extreem vrouwonvriendelijke raps.
Maar zoals al herhaaldelijk gemeld: daar houd ik me niet mee bezig. Waarom ik dit album echt heel redelijk luisterbaar vind: de muziek is in vergelijking met de andere hiphopalbums veel gevarieerder en vaak best interessant. Met name het gebruik van oude samples uit films of waar dan ook vandaan en de variëteit aan muziekstijlen waaruit gesampled wordt zorgt voor afwisseling. En zelfs de scratches worden hier verrassend effectief ingezet.
Hoogtepunt is zonder meer ‘I’m destructive’ waarin in één enkel nummer zowel James Bond-achtige filmmuziek als metal als basis worden gebruikt. En nog opmerkelijker: waarin zelfs de behoorlijk goede maar toch best obscure – zeker voor Amerikanen – Nederlandse death metalband Gorefest vernoemd wordt (en niet zoals in internetteksten te vinden is ‘Orifice’).
Minpunten? Ja natuurlijk, een heel duidelijk minpunt. 1996 hè, daar zijn we weer. Ruim 65 minuten, daar kan geen gevarieerde sampleherkomst tegenop. Veeeeel te lang. De laatste twee nummers – ‘Waiting list’ en ‘1997’ hadden sowieso weg gekund, die zijn doodsaai.
Maar hee, dit album begint zo ongeveer in ‘I got to tell you’ met een sample van de canon in D majeur van Pachelbell.
Wow.

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.