-Welke is van jou?
De vrouw keek de man die het vroeg onderzoekend aan. Ze was bijzonder aantrekkelijk, klein, opgestoken lang, donker haar, een geweldig figuur dat niet verhuld kon worden door de jas die ze droeg. Aan haar kleding te zien was ze onderweg naar werk op een advocatenkantoor. De man was lang, had een typisch Nederlands hoofd, net iets te dik. Hij stond een beetje voorovergebogen, alsof hij zich geen raad wist met de combinatie van zijn lengte en zijn gewicht. Ook hij droeg een typische Zuidas-outfit.
-Anne-Fleur, kijk, daar loopt ze, met dat rode jasje.
-Ah ja, leuk meisje. De mijne is Julius. Zitten ze bij elkaar in de klas?
-Julius en Anne-Fleur? Zeker. Ik heb je hier nog nooit gezien.
-Nee, meestal brengt mijn vrouw, of nou ja, mijn ex hem. Maar sinds deze week geldt de omgangsregeling en is Julius eens in de maand een week bij mij. Kom jij vaker?
-Ik drie ochtenden en vier middagen, mijn man de andere keren.
-Dus dan zie ik je nog vaker?
-Dat valt niet uit sluiten. Julius gaat toch ook naar de BSO?
-Jazeker, dat moet wel he. Spelen ze wel eens met elkaar?
-Nee, niet dat ik weet.
-Anders dan zouden we een keer, nou ja, als zij met elkaar spelen na school of na BSO, een kopje koffie kunnen drinken. Of een wijntje, haha, ik woon tegenwoordig vlakbij.
-Ik moet naar kantoor. We zien elkaar wel weer. Dag.
-Dag.
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.