Luctor et emergo – mijn kennismaking met Harry ‘Rabbit’ Angstrom

[medium spoiler alert]

Het is merkwaardig. Ik ben inmiddels 50, een liefhebber van Nederlandse en om voor mij eigenlijk onbegrijpelijke redenen Amerikaanse literatuur, met een zeer sterke voorkeur voor realistisch proza, en ik heb amper iets van John Updike gelezen. Op mijn literatuurlijst stond ‘The Centaur’ waar ik vermoedelijk, ondanks dat ik toen natuurlijk goed in de klassieke mythologie zat, amper iets van begrepen heb. Het Engels van Updike is soms best ondoorgrondelijk, dat moet voor de zestien- of zeventienjarige Ivo echt te hoog gegrepen zijn geweest. Rond zijn overlijden las ik een verhalenbundel. Twee van de vier ‘Rabbit’-boeken, vermoedelijk zijn bekendste werk, stonden al jaren in de kast.

Eindelijk was de tijd gekomen: ik trok ‘Rabbit, run’ uit de kast, het eerste boek uit de reeks. Een van de redenen waarom ik er nog nooit aan begonnen was – net als ‘Het Bureau’ van Voskuil – is omdat ik dan denk dat ik meteen de hele reeks wil lezen en dan ben je zo’n tijd bezig.

Nou, dat valt mee. Ik moest me er in het begin echt doorheen worstelen. Het begin met de wilde autorit, dat gaat nog wel. De beschrijving van wat er op de radio te horen is, is ronduit fascinerend (en precies zo tot stand gekomen als ik al verwachtte). Maar daarna wordt het werken. Een van de dingen die me verbaasde is dat ik had verwacht dat het boek in hoge mate autobiografisch zou zijn, terwijl, laten we er niet omheen draaien, hoofdpersoon Harry Angstrom ronduit een zak is. En daar hadden gerust nog vijf letters voor kunnen staan. Tegelijkertijd is het ook weet niet zo erg dat het een soort schelmenroman wordt met een amusante – of stuitende (Humbert Humbert) – hoofdpersoon.

Wat is het dan wel? Gelukkig zit er een nawoord bij van de auteur zelf. En wat blijkt? Harry Angstrom is een soort ‘everybody’, in Nederland zeggen we dan Elckerlijc, een al sinds de Middeleeuwen (of eerder?) bestaand gegeven van een persoon die eigenlijk symbool staat voor, ja, iedereen. The average guy. En ja, die is inderdaad niet altijd aardig. En heeft huwelijksperikelen. En een kutbaan die eigenlijk onder zijn niveau is (zeker in zijn eigen ogen). Of er erg veel average guys zijn die meemaken wat Angstrom meemaakt en niet te vergeten doet in dit boek, dat is maar de vraag, maar goed.

Dat verklaart wel een en ander. Los daarvan, zo halverwege het boek vind ik het wel behoorlijk meeslepend worden. Vanaf het moment dat Rabbit teruggaat naar zijn vrouw kwam ik er echt helemaal in. Het einde, vanaf het moment dat hij de begrafenis ontvlucht – de passage als hij door het bos rent was voor mij volkomen ondoorgrondelijk, ik begreep er geen snars van en kon er ook mijn aandacht niet bijhouden – wordt weer erg ongrijpbaar. Het boek heeft een kanjer van een open einde, maar tot mijn verbazing las ik in het nawoord dat van de drie scenario’s die je zou kunnen bedenken in het tweede boek blijkt dat het minst waarschijnlijke zich heeft voorgedaan.

Stilistisch was ik enorm verbaasd dat een heel eind in het boek het vertelperspectief opeens verschuift, naar de antagonist dominee Eccles. Bij de passage waar het perspectief bij Janice Angstrom terechtkomt dacht ik “hee, dat is Molly Bloom”. En wat schrijft Updike in het nawoord: ‘dat was een beetje te veel James Joyce’. Ivo even trots! Ik denk dat het boek strakker was geweest als er een uniform perspectief was gehanteerd, de vrij schaarse passages waarin het perspectief verschuift zijn nu juist een soort abberatie, omdat ze zo schaars zijn. Mijn laatste kritiekpunt is heel persoonlijk: ik vind het boek opmerkelijk pro-religieus, wat ik echt helemaal niet had verwacht. Ik heb daar moeite mee. Maar toegegeven, het past wel bij de Elckerlijc-gedachte want de gemiddelde Amerikaan anno 1959 was nou eenmaal religieus. En anno 2024 nog steeds (op zijn minst in het openbaar).

Ik verwachtte te gaan genieten van een protestante versie van Philip Roth, maar daar leek het bar weinig op. Ik weet eigenlijk niet zo goed wat het wel was. Maar begrijp me niet verkeerd, het is echt niet slecht, verre van, bij vlagen prachtig.

Ik hou het op een 7,5.

John Updike – Rabbit, Run (Penguin Classics, ©2006, eerste druk in UK 1961)


Ontdek meer van ivo-habets.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.