Wat een rotdag. Haar vader was weer helemaal losgegaan. Ze was blij dat ze moest gaan werken, weg van huis, weg van het gezeik. Maar de klanten waren heel onvriendelijk vandaag. Zij bepaalde de prijzen toch niet? Zij had toch niet verzonnen dat je tot je 25e je identiteitsbewijs moet laten zien? Zij had toch niet bedacht dat je geen tabak mag kopen als je geen achttien bent? En nu kwam er weer een man die ene of andere groente, of fruit, whatever, wilde kopen en ze had geen idee wat het was. Wat moest ze met die twee groene knollen? Moest ze het wegen? Welke plu-code hoorde er in godsnaam bij? Ze keek de man aan. Hij was een jaar of veertig, hij leek wel wat op haar vader. De klootzak. Nooit was het goed. Als ze uit ging kwam ze te laat thuis en was ze een stoepslet en als ze niet uitging viel ze hem lastig terwijl hij in alle rust voetballen wilde kijken en als ze goede cijfers haalde op school voelde ze zich te goed voor haar familie en als ze slechte cijfers haalde moest ze beter haar best doen en als ze te veel werkte was ze nooit thuis en weigerde ze voor het eten te zorgen en verbraste ze toch maar al haar geld en als ze te weinig werkte was ze een lui varken dat niks bij wilde dragen in de kosten van het huishouden. Dat hij zelf eens van zijn luie reet kwam en een baan ging zoeken.
De man lachte vriendelijk naar haar en zei:” Koolrabi”.
Wat nou koolrabi? Ze keek naar de man, haar vader lachte sarcastisch naar haar en zei: “Je kunt ook niks. Wat hebben ze hier? Tien soorten groente? En dat kun je niet eens uit elkaar houden.”
Ze greep de eerste koolrabi en smeet die naar haar vader. Hij kon hem nog net afweren. “Klootzak! Laat me toch met rust! Laat me met rust!! Flikker op!!!” De tweede koolrabi raakte hem vol op zijn neus. Het bloed spoot eruit. Ze krijste als een speenvarken. Ze zag bloed, rook bloed, proefde bloed. Ze haatte hem, haatte hem, wilde rust, gewoon met rust gelaten worden, eindelijk rust.
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.