Hij keek op zijn hartslagmeter met gps-functie. Hij had twaalf kilometer afgelegd vanaf het hotel. Dat betekende dat hij over drie kilometer in het dorpje Willer-sur-Thur zou arriveren. Daar begon de beklimming. Hij zou voor het eerst van zijn leven een heuse col gaan beklimmen, de Grand Ballon. In zijn buik begon het een beetje te kriebelen en hoewel hij rustig voortpeddelde liep zijn hartslag een beetje op. 110 Las hij op zijn polshorloge, keurig rond de 60% van zijn maximum. Hij had de conditie van de gemiddelde kantoorpik van eind dertig met een onbedoeld bierreservoir boven de broekband die ondanks allerlei goede voornemens niet veel vaker dan tien keer per jaar sportte. Maar de laatste tijd had hij best veel getraind, hij wilde het ongelijk van Marion aantonen.
Natuurlijk was ze weer kritisch geweest. Het zou hem niet gaan lukken. En ging ie een keer een col opfietsen, deed ie de Grand Ballon in de fokking Vogezen. Echte kerels doen de Marmotte of fietsen de Mont Ventoux op. Zijn tegenargument dat het toch echt een befaamde berg uit de Tour de France was, zelfs de berg waarop de legendarische Laurent Fignon zijn laatste glorieuze overwinning had behaald, had ze schamper weggelachen.
Hij reed het dorpje uit. De weg steeg langzaam. Hij had het routekaartje helemaal van buiten geleerd, dat kon hij wèl, dat gaf zelfs Marion toe. Hij had een bizar geheugen voor getallen. Hij wist dat de eerste negen kilometer van de beklimming goed te doen waren, met stijgingspercentages die niet of hooguit heel kort boven de 6% kwamen. Zijn fiets had een triple. Uit zijn ervaring in Limburg en op de fietstrainer thuis wist hij dat hij dat eerste stuk prima met het middelste blad uit kon. Pas als het stijgingspercentage structureel boven de 6% kwam kon hij beter overschakelen naar het kleinste voorblad.
Marion had hem uitgelachen over zijn triple. Eerst zoekt hij een col van niks uit om te beklimmen en dan gebruikt ie ook nog een triple. Een echte kerel doet dat moeiteloos met een gewone dubbel, zij zelf trouwens ook. En het zou hem met triple en al nog niet lukken, zoals hem nooit iets lukte. Het vlees liet hij ook altijd aanbranden en op zijn werk kwam hij al meer dan vijf jaar geen stap meer vooruit. Hij kon nog geen schroef recht in een gat schroeven. Dat van die schroeven klopte wel een beetje. En het klopte ook dat Marion veel fitter was, ze was na de studie altijd fanatiek blijven sporten. Zijn voornaamste sportieve activiteit was het eindeloos oefenen van de spieren in de rechterarm in een op en neergaande beweging terwijl hij maximaal ongeveer 250 gram tilde, samen met collega’s of vrienden.
Een tractor kwam de berg afgereden. Zijn polshorloge gaf inmiddels 134 slagen aan, 74% van het maximum. Dat ging nog prima. Hij keek naar zijn langzaam op en neergaande bovenbenen, hij schatte zijn trapfrequentie op 68. Het geluid van de tractor stierf langzaam weg, voor zich zag hij het begin van het bos. Daar zou het steiler gaan worden. Hij luisterde naar zijn ademhaling. Vreemd hoe je je daarvan bewust kunt worden alsof het iets is wat niet bij jezelf hoort, als ware het een exogeen proces.
Een maand geleden hadden ze een afschuwelijke ruzie gehad. Ze zouden die zaterdag naar Marion’s ouders gaan maar hij had totaal geen zin. Hij verzon allerlei smoesjes waardoor Marion steeds bozer werd. Uiteindelijk was ze zonder hem gegaan en woedend thuisgekomen. Ze had hem met een kussen en een slaapzak naar de bank in de woonkamer verbannen. Hij sliep er nog steeds, het was killing voor zijn nek. Terwijl ze bij haar ouders op bezoek was geweest had hij zich voorgenomen om eens een doel te stellen in zijn leven. Het werd de Grand Ballon. Pas een week geleden had hij het Marion durven vertellen, de hotelkamer was al lang geboekt.
Een fietser passeerde hem alsof de weg vlak was. “Ça va?” “Oui oui, ça va. Très bien, merci.” “Allez, bonne chance.” En weg was ie. Zijn trapritme was nog maar 64 of zo. Hij was gearriveerd waar het echt pijn zou gaan doen. Ook al kreeg hij zijn verzet nog rond, hij ging uit voorzorg naar het miniminivoorblad. De benen niet opblazen. De komende 6,8 kilometer stegen gemiddeld 7,6%. Hij probeerde steeds krampachtiger de ademhaling te controleren, de hartslag niet boven de 85% te laten komen. Dan zou het goed komen.
Eigenlijk was het alleen maar de vraag wie van hen de knoop zou doorhakken. Het zou ongetwijfeld Marion worden. Zo ging het altijd in hun relatie. Zij nam de beslissingen, zij regelde alles. Toen hij naar de Elzas afreisde had Marion, voor haar doen opmerkelijk deemoedig, in tranen tegen hem gezegd dat ze niet begreep waarom het de laatste tijd zo moeizaam tussen hen ging.
Zijn eigen gehijg deed bijna pijn aan zijn oren. Hij had nu het allerkleinste verzet erop liggen. Maar hij had de bomen achter zich gelaten, de boomgrens gepasseerd en daarmee ook het zware stuk overwonnen. Het laatste stuk was beter te doen. De hartslag was nu 163, 90%. Hij probeerde nu het wat minder steil was iets te recupereren en dat lukte. 162 Las hij, het voelde als een overwinning. Sportpsychologen zeggen altijd dat je voorgenomen prestaties moet visualiseren. Toen hij daaraan dacht moest hij glimlachen dwars door de pijnlijke trek op zijn gezicht heen. Hij stelde zich voor dat Renate op de top stond om hem op te vangen. Ze droeg een van haar strakke truitjes. Zonder beha. Maar daar was ze niet, ze zou op hem wachten in het hotel. Ze had hem beloofd dat als hij zou slagen in zijn poging de Grand Ballon te overwinnen hij vanavond volledig mocht bepalen hoe en hoe vaak ze het zouden doen. Renate probeerde hem tenminste te motiveren. De laatste kilometer vloog voorbij.
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.