Hij zat daar maar. In zijn eentje, met een glas Kasteelbier naast zich waarin het vloeistofpeil gestaag daalde. Hij had halflang haar dat een beetje slap en erg dun was. Het hing in gordijntjes langs zijn smalle gezicht. Zijn haargrens begon ondanks zijn nog jeugdige leeftijd al een beetje terug te wijken. Zijn kleine brilletje gaf hem een nog studentikozer uitstraling dan de rest van zijn voorkomen toch al deed. Hij wekte de indruk uitermate eenzaam te zijn. Hij had niets te doen. Mensen die alleen in een kroeg zitten hebben meestal iets te lezen, of ze gaan aan de bar zitten en proberen een praatje aan te knopen met het barpersoneel of andere solo-kroegbezoekers. Hij niet. Het bankje waarop hij zat bevond zich vlakbij een tafel waaraan een luidruchtig gezelschap jongedames een plek had gevonden. Het gezelschap leek zich prima te vermaken. De jongen lachte telkens als er blijkbaar iets komisch was gezegd met hen mee, wat het gevoel van eenzaamheid dat hij uitstraalde nog verder versterkte. Proberen met de studentes in contact te komen was duidelijk een brug of twaalf te ver. Toen het Kasteelbier op was stond hij op, nam zijn paraplu en rugzak, trok zijn donkerblauwe jas aan, rekende af aan de bar en ging naar buiten. Gelukkig loopt het spoor in Delft een paar meter boven de grond.
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.