Nelis Hogenboom zat op zijn eigen terras een sigaret te roken. Het was kwart voor elf, over een kwartiertje zou hij weer opengaan voor klanten. Nelis keek naar zijn pijnlijke been. Hij heette helemaal niet Nelis. Ergens eind jaren tachtig was een van de vaste gasten hem Manke Nelis gaan noemen naar de Amsterdamse volkszanger die een paar jaar daarvoor een hitje had gehad. Zijn manke been dankte Nelis aan een verwonding die hij als Unifil-soldaat in Libanon had opgelopen. Hij praatte daar nooit over. In werkelijkheid heette hij Peter, maar hoewel alle vaste gasten uit die tijd al lang waren verdwenen noemde iedereen hem nog steeds Nelis, en zelf was hij die naam ook maar gaan gebruiken. Zijn kroeg die eigenlijk De stille uurtjes heette werd door iedereen Bij Nelis genoemd.
Nelis trok nog een keer stevig aan zijn sigaret en drukte deze uit in een Jupiler-asbak. Eigenlijk vond hij dat rookverbod wel oké. Zijn klandizie was misschien wel toegenomen in plaats van afgenomen, en hij moest erkennen dat hij zich een stuk frisser voelde als hij ’s ochtends opstond. Als hij de kroeg binnenkwam om schoon te maken was het daar een heel stuk aangenamer dan vroeger. Bij Nelis liep helemaal niet slecht. Hij kon goed rondkomen van de opbrengsten, ondanks dat hij niet meeging, niet kon meegaan bij gebrek aan keukenruimte, in de gegroeide gewoonte van de meeste kroegen om vooral omzet uit eten te halen.
Maar Nelis vond er geen zak meer aan. Zelfs de studenten die zijn zaak frequenteerden zeurden dat hij wat modernere muziek moest draaien. Hij wilde gewoon platen draaien van Gene Clark, of James Taylor, maar de klanten wilden alleen maar van die opgefokte kutherrie met zo’n irritante computerbonk eronder. Het hoefde ook niet te verwonderen. Als je tegenwoordig rond Sinterklaas in een supermarkt kwam hoorde je de Sinterklaasliedjes waar kinderen tegenwoordig mee opgroeiden. Echt een ongelofelijke opgefokte bende houseklotezooi, alsof een elpee op 45 toeren werd gedraaid en de bassen kunstmatig waren verdubbeld. Vind je het gek dat die kinderen allemaal ADHD hebben tegenwoordig? K3 was niet veel minder funest voor de zenuwen.
Het ergste vond hij die pillenslikkers die af en toe in zijn zaak kwamen. Dat had je vroeger niet. Je had heroïnejunks, maar daar had je alleen last van als ze je autoradio jatten of je portemonnee rolden. Voor de rest dwaalden ze alleen maar als zombies door de straten of hingen ze in portieken, stinkend naar pis. Die gasten die strak stonden van de speed, amfetamine, of wat het ook was, hun ogen rollend in hun kassen, zorgden al vanaf het moment dat ze over de drempel kwamen voor een onwijs a-relaxte sfeer. De andere klanten gingen bij bosjes naar buiten. Nelis kon niet meer doen dan proberen ze rustig te houden.
Nelis stopte de stekker van de neonverlichting in het stopcontact. Hij had onder meer een prachtige ouderwetse lichtbak van Martini. Niemand die het spul nog dronk. Niet alles werd slechter.
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.