Wat een depressieve shit, maar wat is het mooi
Dit album is zo onwaarschijnlijk depressief… Het doet bijna pijn om ernaar te luisteren, vooral de B-kant. Maar dat neemt niet weg, of waarschijnlijk draagt het er zelfs aan bij, dat dit een bloedmooi album is.
Eerst even naar het begin, want dit is het eerste album van Neil Young (het tweede zit al in de pijplijn). In een video over overgewaardeerde gitaristen beschreef Andy Edwards Neil Young als een matige gitarist, een (nog) matige(r) zanger maar een bijzonder goede songwriter.
Dat is een hele goede samenvatting. Op dat matige zingen – op dit album zeker het geval, luister maar naar ‘For the turnstiles’ – valt wel iets af te dingen. Luister voor de grap eens naar een jonge Neil Young in de concertzaal van zijn eigen Toronto op het live-album ‘Live at Massey Hall 1971’. Hij is daar onwaarschijnlijk goed bij stem. Allicht heeft zijn consumptiepatroon niet bijgedragen aan het vasthouden van die zangkwaliteiten. Op zijn best is die wat breekbare, wiebelige, niet al te toonvaste manier van zingen echter ook een kwaliteit. Dat hoor je hier goed op ‘See the sky about to rain’.

Dat gitaarspel… Nee, een technisch enorm begaafd gitarist is hij niet. Het klinkt soms ronduit klungelig, op dit album bijvoorbeeld op ‘Revolution blues’. Zijn misschien wel beroemdste gitaarnummer, en een van zijn beste songs tout court, ‘Cortez the killer’, is niet alleen negen minuten op dezelfde drie akkoorden, maar de solo is niks meer en minder dan wat spelen met een E-mineur pentatonische ladder. Daar hoef je geen jaren gitaarles voor gehad te hebben. Maar hij raakt vaak wel de muziek, net zoals Neal Schon, en dat is een niet te onderschatten kwaliteit.
En het mag niet onvermeld blijven: het grootste probleem met Neil Young is dat de man naast een stapel juweeltjes echt onwaarschijnlijke bagger heeft uitgebracht op plaat. Vanaf ergens eind jaren zeventig bleef de man in hoog tempo platen uitbrengen maar de creatieve bron was, een paar opflakkeringen daargelaten, zo goed als opgedroogd. Een van de grootste miskopen in mijn collectie is Youngs ‘Landing on water;’. Als je een keer depressief bent moet je dát luisteren – en vooral niet dit album – want je pist in je broek van het lachen.
Genoeg inleiding. Dit is een wat ondergesneeuwd album in zijn oeuvre. In de tijd dat ik stapels albums van Young kocht heb ik dit nooit gekocht; eerlijk gezegd heb ik de indruk dat het lange tijd gewoon niet in druk was. Toen ik het wel kocht kwam het in de kast te staan en kreeg het niet zo veel aandacht. Zoals al vaker in dit projectje: onterecht.
[naschrift: dat klopt dus. In het boek lees ik dat Young dit onopgemerkt gebleven en bijna té emotionele album niet op cd wilde uitbrengen tot 2003.]
Het is een fantastisch album. Er staat geen zwak nummer op, echt niet. Opener ‘Walk on’ is waarschijnlijk het minste – en het meest upbeat. Nu ja, dat is niet slecht, als dat je zwakste nummer is. ‘Revolution blues’ is ook niet zo depressief, het is vooral boos. David Crosby speelt trouwens mee.
Moet je eens luisteren naar het juweel ‘See the sky about to rain’. Dat is een van de allermooiste momenten uit het oeuvre van Young. Hij speelt hier zelf op een Wurlitzer (elektrische) piano, sowieso een prachtig instrument; de combinatie met de steel guitar van Ben Keith levert een wonderschoon klankpalet op. Echt een belachelijk mooi nummer. Op drums overigens Leon Helm van The Band. Over niet-standaard instrumentaties: ‘For the turnstiles’ bestaat uit banjo en dobro. Welja.
Kant B van dit album is onwaarschijnlijk mooi. Als je niet verpletterd wordt door het titelnummer, dan heb je niks met muziek. Oké, met dit soort muziek, er zijn mensen met een andere smaak en dat mag uiteraard. Luister naar die supersimpele solo op dat nummer, met de van Young bekende bijtende aanslag: dat is wat ik bedoelde. Nee, geen Steve Vai-vuurwerk maar zó perfect passend in de muziek. Dan komt ‘Motion pictures’, een beetje een – uiteraard: in- en intreurig – countryblues-achtig rustig nummer waarin Young in zijn lagere stem zingt. Mooi, zelfs de mondharmonica.
En dan de afsluiter ‘Ambulance blues’. Bij andere albums zou ik gezegd hebben negen minuten waarin niks gebeurt. Dat is niet helemaal waar, maar zelfs als het wel waar is: dit is zo mooi gedaan. Het is misschien op zijn manier het hoogtepunt van het album. Als je nog een sprankje vrolijkheid over had wordt dat hiermee grondig begraven onder het zand van het strand waar Young zich blijkbaar bevindt.
Overigens was de boodschap van het album juist dat Young de rotzooi op het strand (depressieve shit), waar hij op de hoesfoto met zijn rug naartoe stond, achter zich had gelaten en nu uitkeek over de zee. Tsja.
Nogmaals: prachtig. Punt.

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Eén gedachte over “#61 Neil Young – On the beach (1974) 10/10”
Reacties zijn gesloten.