Buikgriep. Norovirus. Hoe je het ook noemen wil: ik was flink ziek de afgelopen dagen. Categorie holy moly. De eerste dag heb ik denk ik negentien uur geslapen, de dagen daarna krabbelde ik langzaam weer een beetje op. En dus vond ik ook tijd en vooral energie om wat leeswerk ter hand te nemen. Eerst maar eens een bult tijdschriften wegwerken die zich de afgelopen drukke weken had gevormd. Daarna, met nog één tijdschrift te gaan, werd het ook tijd voor wat serieuzer werk. Al zeker tien jaar stond ‘The Best Early Stories of F. Scott Fitzgerald’ stof te verzamelen in mijn boekenkast. Het is een editie uit 2005 (emoji die zuchtend omhoog kijkt). Een paar maanden geleden had ik het uit de stoflijkenkast gehaald maar vervolgens lusteloos laten liggen op een stapel troep waar ik nog iets mee moest. Nu was de tijd dan toch gekomen.
Het is een feest. Ik heb alleen Gatsby van Fitzgerald gelezen, ergens rond de tijd dat de film van Baz Luhrmann uitkwam. Geen aanrader, die film, maar dat terzijde. De verhalen uit deze bundel maken dat ik de onbedwingbare neiging kreeg om zelf weer eens in de pen te kruipen. Nu ja, ook omdat ik na vier dagen bijna niets kunnen doen weer eens een toetsenbord wilde behameren. De verhalen van Fitzgerald zijn jaloersmakend. Het gaat allemaal om flappers, jazz, en bob-kapsels en dat alles tegen de achtergrond van de opmerkelijke veranderingen in de roaring twenties , toen voor het eerst een welvarende generatie jongeren ten strijde trok tegen sociale conventies. In de jaren zestig was dat precies wat op grote schaal gebeurde, met onvoorstelbare sociale omwentelingen – de opkomst van de popmuziek of eigenlijk diens voorgangers voorop – als gevolg. Het cruciale verschil was dat het in 1920 de upper class van de rijkste 1% of iets dergelijks was, de grote massa was gewoon nog steeds bezig met overleven. Na de beurskrach was het dan ook weer terug naar af, jongeren: terug in je hok. De kern van de revolutie in de jaren zestig was juist dat de welvaart breed verspreid raakte – vrijwel alle jongeren kregen zakgeld en konden singeltjes kopen. Het was onstopbaar, eindelijk was er een jonge generatie die zelf ging bepalen wat ze wilden. Kijk eens op Youtube naar de videos van muziekprofessor Andy Edwards, die kan hier fantastisch over doceren.
Flappers en bobs dus. Ik wil hier stilstaan bij het verhaal ‘Bernice Bobs Her Hair’. Het is weergaloos goed geschreven en de plot ontwikkelt zich onweerstaanbaar. Erg ingewikkeld of diepgaand is het niet, maar dat hoeft en kan ook niet in een verhaal van 24 pagina’s. Het is wel heel erg grappig.
De korte samenvatting. Bernice verblijft een aantal weken bij haar uiterst populaire nicht Marjorie. Samen gaan ze naar society events, waar Marjorie zich ergert aan het onhandige gedrag van de sociaal aanzienlijk minder getalenteerde Bernice. Terwijl ze zelf haar amant Warren plaagt door voortdurend met jan en alleman te flirten, moet ze jongens op Bernice afsturen zodat in elk geval iemand met haar danst. Bernice hoort toevallig hoe Marjorie klaagt bij dier moeder over hoe Bernice Marjorie’s reputatie ruïneert. Daarmee geconfronteerd knippert Marjorie niet met haar ogen maar weet ze Bernice te overtuigen hoe ze haar gedrag moet aanpassen om wél aandacht van jongens te krijgen. En dat werkt verbazingwekkend goed. Centraal in Bernice’s werdegang staat haar aankondiging dat ze heur haar zal laten ‘bobben’, kort laten knippen dus, waarbij ze zelfs tickets wil verkopen voor toeschouwers.
Maar het werkt té goed. Marjorie’s vriendje Warren is wat al te zeer onder de indruk van de nieuwe Bernice, net als een hele resem jonge mannen. Dat laatste maakt Marjorie niet uit, dat eerste heel erg veel. Niets nieuws onder de zon van een eeuw geleden. Het leidt ertoe dat Marjorie Bernice uitdaagt nu ook echt de daad bij het woord te voegen: dat haar moet eraf. Het gebeurt, en de hele goegemeente gaat mee naar de kapper.
Als de lange, prachtige lokken van Bernice op de grond liggen is het echter als bij Samson: de betovering is weg, haar aantrekkingskracht is verdwenen als sneeuw voor de (Noord-)Amerikaanse zon. Warren is maar al te blij dat Marjorie hem vraagt haar ergens naartoe te brengen, zonder Berenice.
Plottwist 1 (of 2?) hebben we gehad.
Maar er komt nog een tweede (derde?). Want na nog wat verwikkelingen besluit Bernice eerder naar huis te gaan. Ze pakt haar spullen en vertrekt midden in de nacht, met een voorwerp in haar hand. Het blijkt een schaar, waarmee ze de twee lange blonde staarten van de slapende Marjorie afknipt. Ze neemt ze – ietwat onbewust – mee en als ze zich realiseert wat ze in haar hand heeft werpt ze de staarten in de tuin bij Warren.
De lezer zit dan denk ik met een grote lach op zijn gezicht, in elk geval ik. Maar er wringt wel iets, vind ik. Hier wordt het lastig dat het een verhaal uit 1920 is en het moeilijk is je te verplaatsen in die tijd en de mentaliteit van meer dan honderd jaar geleden. Duidelijk is echter dat het ‘bob’-kapsel al een bekend fenomeen was. En duidelijk is ook dat we het hier over mensen uit mondaine kringen hebben. En duidelijk is dat Bernice bepaald geen onaantrekkelijke verschijning is, dat beweert niet alleen de verteller maar zelfs de malicieuze nicht Marjorie. Ik kan me maar moeilijk voorstellen hoe de aantrekkelijke Bernice plotseling al haar aantrekkingskracht verliest juist doordat ze een stap zet die past bij een zeer mondaine dame. Inderdaad, sommige van de jongemannen zijn duidelijk heikneuters, maar onder andere Warren wordt eerder neergezet als, zoals gezegd, high society vrijgevochten modern geval.
Hoe dan ook, de beste grap had ik compleet gemist. Van die kleine zinnetjes waar je overheen leest, maar die bij nadere beschouwing eigenlijk de kern bevatten. Ja sorry hoor, ik doe ook maar mijn best als lezer. In het afgeluisterde gesprek vermeldt Marjorie terloops ‘ I think it’s that crazy Indian’s blood in Bernice.’ Het krijgt verder geen enkele aandacht in het verhaal, dat maakt de grap zo goed. Want als ze de staarten in de tuin van Warren heeft gegooid lezen we: “”Huh!” she giggled wildly. “Scalp the selfish thing!””
Gelukkig blijft dat bloedvergieten ons bespaard.
Wat mij tot nu toe wel opvalt: alle verhalen eindigen met een nogal duidelijk plottwist. Dat kun je best een keer doen, maar als je het in al je verhalen doet wordt het een gimmick en een beetje jammer. Desalniettemin lees ik met plezier verder. Overigens, ten slotte: niet het allermakkelijkst leesbare Engels. Alsof er altijd wat zand tussen je tanden zit. Iets vaker dan incidenteel lees ik een zin over. Dat is geen kritiek, allesbehalve, enkel een constatering van een non-native speaker. Whatever that may be, las ik in Onze Taal. Of ik ben gewoon niet op mijn scherpst met mijn norovirus-hoofd.
Voorlopig cijfer: 8,5
The Best Early Stories of F. Scott Fitzgerald – The Modern Library, New York ©2005
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Eén gedachte over “F. Scott Fitzgerald’s ‘Bernice Bobs Her Hair’ – hoe ik de beste grap compleet had gemist”
Reacties zijn gesloten.