Het is druk in het café. Pauline is blij dat ze een tafeltje in een rustig hoekje heeft weten te bemachtigen. Ze kijkt op haar horloge. Ze is ruim op tijd, Ruud zal net als vroeger wel weer te laat komen. Gelukkig heeft ze zestien onbeantwoorde app’jes, hoeft ze niet de hele tijd naar de deur te staren.
Plotseling staat Ruud naast haar. Hij geeft haar geen zoen maar gaat meteen zitten. Natuurlijk geeft hij haar geen zoen, waarom zou hij? Maar het voelt onwennig.
‘Dag Pauline. Nieuw kapsel?’
‘Vanochtend naar de kapper geweest. Moet af en toe gebeuren. Vind je het mooi?’
‘Ja hoor.’
De stilte is ongemakkelijk. Pauline had een ander begin ingestudeerd. Het meisje van de bediening duikt op aan hun tafeltje en vraagt wat ze willen drinken. Ruud bestelt een pils, hij vraagt nadrukkelijk om een fluitje. Zoals altijd. Je kunt de man wel uit Limburg halen, maar Limburg niet uit de man. Ruud kijkt het meisje langdurig na. Pauline had voorgesteld om af te spreken in Ruud’s stamcafé, waar hij al jaren kwam. Tot haar verrassing had hij tegengesputterd, maar uiteindelijk toch toegestemd.
‘Drink je nog steeds zo veel?’
Pauline bijt op haar lip. Ze had het zich nog zo voorgenomen. Nieuwe start.
‘Ach, wat is veel. Hoe is het met je zus, is ze al afgestudeerd?’
Even sluit Pauline haar ogen. Waarom begint hij nou ook nog over Simone?
‘Natuurlijk niet. Haar kwaliteiten zitten aan de buitenkant van haar hoofd, niet erin. Had ze maar niet moeten willen afstuderen bij een vrouwelijke docent.’
‘Haha, jij bent niks veranderd geloof ik. Heb je je flatje al helemaal ingericht?’
‘Zeker! Jij zou het ook mooi vinden, je moet eigenlijk eens komen kijken.’
Natuurlijk komt net op dat moment het meisje met de drankjes. Ze zet het glas wijn voor Pauline’s neus terwijl ze naar Ruud kijkt. Vergist Pauline zich nou of bukt ze net wat verder voorover wanneer ze Ruud’s pilsje neerzet dan nodig is? In elk geval doet Ruud geen enkele moeite om te verbergen dat hij het uitzicht op haar vrij laag uitgesneden truitje niet vervelend vindt. Er is dan ook genoeg te zien daar. Bij haar wel. Wanneer het meisje nadrukkelijk wiegend met haar brede heupen wegloopt kijkt Ruud haar langdurig na.
‘Ja, ze heeft een flinke kont. Vind je haar aantrekkelijk of zo?’
‘Best wel. Je weet toch dat ik op dat type val.’
Het meisje lijkt in niets op Pauline. Ruud had haar altijd verteld dat hij eigenlijk op andere types valt, maar Pauline toch aantrekkelijk vond. Ze schikt even haar kapsel van tachtig euro. Het kraakt in haar hoofd.
‘Heb je het meegenomen?’
‘Natuurlijk. Daarvoor ben ik toch hier?’
‘Nou, het zou niet de eerste keer zijn dat je iets vergeet.’
‘Zoals jouw verjaardag? Dat neem je me vast nog steeds kwalijk.’
‘Wat zou jij doen?’
‘Geen idee. Ten eerste ben jij mijn verjaardag nooit vergeten, ten tweede boeit mijn verjaardag mij niet en ten derde, nou ja.’
‘Ja, zeg het maar.’
‘Dat weet je zelf wel.’
Pauline zwijgt een tijdje.
‘Ik snap nog steeds niet dat ik het bij jou heb laten liggen. Je weet hoe gehecht ik eraan ben.’
‘Haha, ja, en dat je nooit iets vergeet. Net alsof je een excuus wilde hebben om nog een keer terug te komen of om af te spreken, haha.’
‘Waar heb je het eigenlijk gevonden?’
‘Oh, ik was het nachtkastje leeg aan het ruimen aan jouw kant, nou ja, jouw vroegere kant van het bed. Het lag helemaal achterin.’
Ruud neemt een grote slok van zijn pils. Het glas is leeg. Pauline kijkt naar haar wijnglas, waar ze net één slokje uit genomen heeft. Ruud kijkt om zich heen of hij de aandacht van het meisje kan trekken.
‘Ze hebben nog genoeg hoor. Een hele tank vol. Zelfs voor jou moet dat volstaan.’
‘Ah, dit gaat weer een ouderwetse avond worden. Ga je me zometeen ook nog vragen of ik nog steeds het liefste elke voetbalwedstrijd kijk die op tv komt? En wat zat ook alweer nog meer in je repertoire. Eens kijken…’
‘Nee nee, Ruud, zo bedoelde ik het niet. Neem nog een biertje. Wacht, ze kijkt deze kant op.’
Pauline zwaait naar het meisje en wijst op het bierglas. Het meisje knikt.
‘Nee Ruud, echt, ik ben veranderd. Ik snap nou beter dat in een relatie allebei de partners hun eigen leven moeten kunnen leiden. Dat je niet alles samen hoeft te doen maar juist ook je eigen ding moeten kunnen hebben. Of doen. Weet je.’
‘Oh, heb je een nieuw vriendje? Is daarvoor dat kapsel uit een kappersfolder bedoeld?’
‘Asjeblieft’.
Daar was die snol weer. Ze lacht echt overdreven vriendelijk naar Ruud, Pauline maakt zich niets wijs. Deze keer kijkt Ruud haar niet na. Hij kijkt Pauline indringend aan. God, wat heeft hij toch mooie ogen. Staalblauw. In zijn haren is aan de zijkanten hier en daar een spoortje grijs te zien tussen het blond. Het staat hem prima. Het hippe baardje maakt hem nog aantrekkelijker dan hij altijd al was. Geen wonder dat die del zo naar hem lacht.
‘Nou? Hoe heet hij? Ken ik hem?’
‘Nee Ruud, ik heb geen nieuw vriendje. Echt niet. Ik vind het wel prettig om even alleen te zijn.’
‘Dat jurkje is ook nieuw, toch? Staat je goed hoor.’
Royaler dan dat was hij nog nooit geweest met complimentjes. Het klinkt altijd zo zuinig, maar waarschijnlijk meent ie het wel. Hoopt ze.
‘Ik heb het voor je ingepakt. Ik dacht, vind je leuk.’
Ruud rommelt in zijn tas en legt het pakje op tafel. Het is ingepakt in Sinterklaaspapier. Pauline slikt.
‘Ingepakt. Om me te feliciteren of zo?’
‘Feliciteren? Welnee. Wat ik zei, ik dacht gewoon dat je het leuk zou vinden als ik het zou inpakken. En Sinterklaaspapier past wel bij de tijd van het jaar. Je vond het toch altijd leuk om cadeautjes uit te pakken?’
‘Met mijn verjaardag ja. Of op onze jubileumdag. Maar dat kon je nooit onthouden.’
Haar stem klinkt anders hoort ze. Ruud kijkt haar een beetje verbaasd aan.
‘Ik bedoelde het goed hoor.’
Pauline kijkt naar het inpakpapier. Het is een beetje schots en scheef ingepakt.
‘Je hebt het zeker zelf ingepakt?’
‘Ja, ik had nog papier liggen, van de surprises voor op het werk. Vind je het papier niet mooi?’
‘Dat is het niet, Ruud, dat is het niet… Sorry, ik ga even naar de wc.’
Ze loopt de trap af. In de spiegel ziet ze dat haar ogen een beetje gezwollen zijn, maar dat de mascara – die ze normaal eigenlijk nooit draagt – nog keurig op zijn plaats zit. Voorzichtig gooit ze een plens koud water in haar gezicht. Zeker een minuut lang staat ze met gesloten ogen aan de wasbak. Deze hele avond was geen goed idee, hoe had ze zo stom kunnen zijn? En dan ook nog afspreken in een kroeg, waar hij in zijn element was en zij zich voelde als een reuzenschildpad in de Sahara. Ze had hem beter thuis kunnen uitnodigen, gezellig op de bank met een kaarsje en een rustig muziekje. Achter haar hoort ze iemand vragen of het gaat. Ze kijkt om, het is het meisje van de bediening. Het klonk gemeend.
‘Ja hoor, zeker, dankjewel.’
Pauline schiet de wc uit. Ze ziet dat Ruud alweer een nieuw biertje voor zijn neus heeft.
‘Volgens mij zijn we een beetje verkeerd begonnen, dat was niet mijn bedoeling. Hoe gaat het eigenlijk met je, Pauline?’
Ze neemt een slok en merkt dat haar keel dik aanvoelt. Ze voelt alles weer boven komen, de ruzies, de eenzame avonden als Ruud weer in de kroeg hing of naar een voetbalwedstrijd was, de aanvallen van jaloezie, maar ook de keren dat hij haar verraste, dat hij wel tijd voor haar had, de weekendjes weg. En de trouwplannen, die stilzwijgend waren begraven.
‘Hee Ruud, hoor je die muziek, laat dat je niet ook denken aan die keer in Egmond aan Zee?’
‘Hotel California? Nou, ik weet niet hoor, dat heb ik wel duizend keer gehoord in mijn leven. Egmond aan Zee weet ik uiteraard nog wel, maar hebben we dit daar gehoord?’
‘Jazeker, toen het zo koud was dat we de strandwandeling maar hebben afgebroken. Toen zijn we een hotelbar ingedoken en hebben we bij het haardvuur gezeten. Ze hadden daar hele goede muziek, dit draaiden ze, Johnny Cash, U2, echt onze muziek.’
‘Hadden ze niet gewoon de Top 2000 opstaan? Was toch vlak voor Kerst? Nu je het zegt komt het weer een beetje bovendrijven. Ik geloof dat ik daar toen voor het eerst een Tripel Karmeliet heb gedronken. Best lekker.’
‘Dat weet ik niet meer Ruud, wel dat we toen gezellig tegen elkaar aanzaten, en dat we toen snel terug naar het hotel zijn gegaan en heerlijk hebben geknuffeld.’
‘Noem je dat nog steeds knuffelen? Je ouders luisteren niet mee Pauline, je kunt het beestje ook gewoon bij zijn naam noemen. Dat heb ik altijd zo grappig, of misschien wel schattig, aan je gevonden.’
Eindelijk een opening. Iets dat hij schattig vindt.
‘Hee Ruud, zullen we maar een hapje te eten bestellen? Het is al bijna zeven uur, ik krijg honger hoor. Net als vroeger, gezellig een hapje eten.’
Pauline zwaait naar het meisje. Ze komt meteen naar hen toe, kijkt hen vragend aan.
‘Wij wilden wel een hapje eten. Ruud, weet jij al wat je wilt? Ik neem in elk geval een kikkererwtenburger.’
‘Doe mij maar spare-ribs. De pittige’
Pauline kijkt Ruud verbijsterd aan. Ze kan amper een woord uitbrengen.
‘Ja, je dacht toch niet dat ik nog steeds meedoe aan die vegetarische flauwekul?’
Pauline hapt naar adem.
‘Sorry hoor Pauline, je weet toch dat ik dat alleen voor jou deed? En je dacht toch niet echt dat ik al die jaren geen vlees heb gegeten? Thuis niet nee, om de vrede te bewaren, maar meestal ging ik op weg naar huis even bij Smullers langs of zo, even een gehaktstaaf scoren, of een braadworst bij Käfer. Of als ik naar de kroeg ging lekker een bak shoarma of een kapsalon. Ik dacht eigenlijk dat je dat gewoon wist, dat je het er alleen niet over wilde hebben. Gewoon, ieder in zijn waarde laten.’
Pauline probeert haar tranen tegen te houden, maar met weinig succes. Haar hele volwassen leven één grote leugen. Ze kijkt naar de muur, wil Ruud niet aankijken. Dit trekt ze niet meer. Ze pakt het glas wijn, drinkt het in één teug leeg en beent naar de deur. Wanneer ze omkijkt ziet ze Ruud een beetje verbaasd naar het pakje kijken. De vreselijke sloerie staat naast hem, legt een hand op zijn schouder. De deur slaat met een harde klap achter Pauline dicht.
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.