“Niet giechelen. Niet giechelen.” Het was een soort bezweringsformule die ze was gaan hanteren. Het voordeel was dat als ze het echt fluisterde, zo zacht mogelijk, het niet opviel dat ze met heel andere dingen bezig was dan de rest van de familie.
Ze keek voorzichtig langs haar gevouwen handen om zich heen. Haar oudste broertje leek wel in trance te verkeren. Ze durfde niet naar haar vader te kijken. Ze had de indruk dat hij vermoedde dat ze niet meer vol overgave, wat heet, helemaal niet meer met de goede zaken bezig was tijdens het moment stilte. Ze moest toegeven dat het moment een voordeel had. Haar moeder serveerde de soep altijd veel te heet, oneetbaar, en de twee minuten die aan de HEERE moesten worden besteed hielpen toch een klein beetje tegen het risico op brandblaren in je mond. Ze zou toch wel weer de vraag gaan krijgen of de spijzen die dankzij de HEERE op hun tafel waren beland niet goed genoeg voor haar waren. Nou, die boer had die plantenzaadjes toch echt zelf in de grond gestopt, of in elk geval zijn landbouwmachines. Ze was een week geleden toen het laatste uur was uitgevallen de stad ingegaan met Wouter, een jongen van school. Ze had voor het eerst een broodje shoarma gegeten. Lekker was dat! De knoflooksaus waar Wouter de shoarma in doopte had ze niet durven gebruiken, dat zou haar vader of anders haar moeder zeker zijn opgevallen.
Voor zover ze wist was zij de enige van de kinderen die niet meer in die poespas geloofde. Haar drie jongere broertjes, Gerben van 15 en de tweeling Cornelis en Elbert van 14 deden nog altijd vol overgave mee aan het circus. De diensten op zondag waren voor hen het hoogtepunt van de week leek het wel. Gerben had haar laatst in tranen gevraagd of ze echt dacht dat de mens slecht en verdoemd was, en of dat ook voor hem gold? Hij had toch nog nooit iets verkeerds gedaan, geen zonde had zijn ziel bekrast. Sukkel. Pauvre garçon. Rachel, het nakomertje, kon überhaupt nog niet kritisch nadenken.
Het moment was bijna voorbij. Zometeen zou haar vader hardop de HEERE danken en moesten ze allemaal een kruis slaan. Aftellen nu. Ze zag tegen de muur achter haar moeder, die zoals altijd recht tegenover haar zat, in het midden van het gezin, het potsierlijke geschilderde portret van haar ouders. Ze had ooit aan haar vader gevraagd hoe zich dat verhield tot het verbod op afgoderij. Ze had een week niet naar school kunnen gaan. De neus van haar vader leek op het portret nog groter dan in het echt. Niet giechelen…
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Mooi, Ivo, hoe je haar tekent in haar waarnemingen, hoe zij voor zichzelf een verhaal maakt en op die manier ook voor ons. Ik zie haar voor me.