Charmant en inconsistent
In 2009 verscheen een interessant boek. Destijds was ik een fanatiek NRC-lezer en na de lyrische recensie in die krant moest ik het wel kopen en verorberen, Elijah Wald betoogt in ‘How the Beatles destroyed rock ‘n’ roll’ dat de geschiedenis van moderne muziek altijd langs de verkeerde lijnen wordt beschreven. Boeken vol worden over the Beatles geschreven, die overigens aardig wat platen verkochten en in die zin een verkeerde verwijzing in de titel zijn, maar serieuze auteurs verdiepen zich nooit in de muziek die de massa prefereert. Om in de jaren zestig te blijven: in welke popgeschiedenis schrijven auteurs ooit over Perry Como? Of, wat verder terug in de tijd en aangehaald in het boek: elk boek schrijft over de invloed van Louis Armstrong en Duke Ellington, maar niemand memoreert Guy Lombardo of Paul Whiteman. Maar die laatste twee verkochten wel enorme hoeveelheden platen.
Naar aanleiding van het boek kocht ik een best-of-cd van Guy Lombardo – best lastig te vinden overigens. Mwah.
Wald heeft een punt. Veel van de muziek die we nu als baanbrekend of zelfs legendarisch beschouwen veroorzaakte destijds amper een rimpel in het muziekwateroppervlak, terwijl de muziek waar iedereen die in willekeurig welk jaar de cruciale leeftijd 16-21 of iets dergelijks bezat naar luisterde vaak wordt vergeten en genegeerd. Door de critici, maar die muziek dragen die (voormalige) youngsters altijd met zich mee. Niet alleen dat, het is toch ook aannemelijk dat de (vooral) jongens en meisjes die later zelf artiesten worden óók gevormd zijn door de muziek die populair was in hun vormende jaren. Het rechtvaardigt de opneming in het boek van platen die misschien niet heel hoog scoren op de Bach-index maar wél commercieel enorm succesvol waren. Gehaktbrood, bijvoorbeeld.
Een lange intro om uit te komen bij de vraag: geldt dat ook voor The Young Rascals, die later door het artiestenleven gingen als The Rascals, met hun derde album ‘Groovin”?
Dit is popmuziek. Grosso modo, want op de sterkste momenten van dit aangename album wordt juist van die blauwdruk afgeweken. Maar of mijn intro helemaal to the point is valt enigszins te betwijfelen want dit album was weliswaar een commercieel succes, maar niet een dat 1967 op zijn grondvesten deed schudden.
Maar feit is dat dit gedrenkt is in het popalgoritme. Het klinkt bijna allemaal aangenaam, vocalen staan meer centraal dan muziek, er zijn geen bizarre gitaarsolo’s (of uitspattingen van andere instrumenten), het is lieflijk.
Maar hee, dat is niet verboden. En het wordt soms goed gedaan. Toch zijn de echt goede momenten van dit album die waar de band opeens buiten het randje kleurt. Het is een fenomeen dat we vaker zien: veruit de spannendste song van dit album, ‘Find somebody’, heeft zo ongeveer de minste Spotify-streams. Dat zegt ook iets over het publiek van deze muziek, dat is dus pop-minded. Het nummer heeft een bijzonder interessante gitaarpartij, die een vooraankondiging lijkt van alternatieve rock uit de jaren negentig, inclusief een behoorlijk spannende en scherpe gitaarsound.
Het publiek kan er blijkbaar niets mee.
In ‘You better run’ – een single, maar ook weinig streams – horen we zelfs een behoorlijk rocky gitaar. Het is absoluut een hoogtepunt. Toch is het niet zo dat de populaire nummers laagtepunten zijn. Integendeel. De single ‘How can I be sure’, dat na de knaller de meeste streams haalt, is een mooi nummer met een fascinerende accordeon. En de monsterhit, het titelnummer Groovin’, is weliswaar zoetsappig, maar ook een onmiskenbaar aanstekelijke en charmante popsong. Het nummer heeft trouwens een behoorlijke California-vibe, wat totaal ongepast is want de band komt helemaal van de andere kant: New Jersey (niet alleen oostelijker, maar ook flink noordelijker). Echte dieptepunten zijn er niet, hoewel… ‘I’m so happy now’ is wel erg debiel popafwasmiddel.
Horen The Young Rascals in de beschrijving van de popgeschiedenis van de jaren zestig? Och, in 1967 werd wel spannender muziek gemaakt. Maar ja, dat was juist het punt van Ward. Die psychedelische shit, daar luisterde alleen een high-brow-minderheid naar, die beroemde linkse culturele elite waar ik het hier zo vaak over heb. Hoewel… Wereldwijd hadden The Beatles met ‘Sgt. Pepper’s lonely Hearts club band’ het best verkopende album, terwijl ook the Doors en Jimi Hendrix en ‘Magical mystery tour’ niet slecht verkochten – naast Patsy Cline. Als ik mijn punt wil maken kan ik beter naar eigen land kijken: ‘Waarom heb jij me laten staan’ van De Heikrekels verkocht het beste, en dat kent echt niemand meer. Ik zet het nu maar voor de grap op – geez.

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
