Véél beter dan in mijn herinnering
Dat is even schrikken… Kom je vanuit de heerlijk kalme oase van Will Oldham’s ‘I see a darkness’, word je meteen ondergedompeld in de houthaksessie van Lars Ulrich waarmee dit album opent! Zoals ik bij Oldham schreef dat het nogal een life changing event is om als je van dit soort muziek komt geconfronteerd te worden met Oldham’s ‘A minor place’, zo is het op middelbare leeftijd met een (bier)buik weer even een adrenalineshock om andersom te gaan. Ik heb in mijn hoofd voor dit album drie intro’s geschreven, en weet je wat, ik neem ze alle drie op. Of nee, alle vier, want dit is natuurlijk ook al een intro.
2 Dat is ook wat… Denk je, Jason Newsted zijnde, dat je net de kans van je leven hebt gekregen, gebeurt er dit. Newsted was bassist van de tamelijk obscure thrashmetalband Flotsam & Jetsam – die overigens met ‘Doomsday for the receiver’ een heel behoorlijk album afleverden – toen hij de vacante bassistpositie bij Metallica mocht gaan bekleden. Metallica was dankzij hun eerste drie albums en vooral ‘Master of Puppets’ (volgt nog) inmiddels een grote band, onvergelijkbaar – dus ook qua verwachte verdiensten – met Newsted’s bandje. De originele bassist van Metallica, Cliff Burton, was in 1986 om het leven gekomen bij een auto-ongeluk met de tourbus in Zweden.
Goed, Newsted werd bassist en de band dook de studio in om het vierde album op te nemen. Newsted had die hele tijd net zo goed buiten in het gras bier kunnen drinken en joints kunnen roken (mocht hij daarvan zijn). Niet overdreven: er is niéts te horen van basgitaar op dit album. Ik heb dit ook op de koptelefoon geluisterd, ik ben toch best gefocust op bas: niets. Dat is niet het enige: de drumsound is afschuwelijk. Ik bedoel: afschuwelijk. Luister naar dat intro van ‘Blackened’, de opener. Het klinkt alsof Ulrich papieren drumvellen gebruikt. Nee, dit album is niet zozeer het zoveelste slachtoffer van tweedehelftjarentachtig-productie, want de drums klinken niet alsof ze in een productiehal voor Boeing 747’s zijn opgenomen, ze zijn zoals gezegd juist kurkdroog. En de bas is onhoorbaar. De gitaren klinken wel vet, dus het zijn gewoon hele rare keuzes die bij het mixen en het opnemen zijn gemaakt. Het album is hier berucht om, het is zelfs het eerste waar de meeste mensen aan denken bij dit album.
Arme Jason (met wie het helemaal prima zou komen, hoor).
3 Dit album was mijn eerste kennismaking met Metallica. Zoals dat toen (in 1989) ging: 14-jarige Ivo toog naar de bibliotheek, betaalde vermoedelijk 50 cent (want een dubbelalbum) en nam ‘…And justice for all’ mee naar huis om het te luisteren en vooral natuurlijk te kopiëren op cassette.
Maar Ivootje kwam er niet heel erg in… Eindeloze songs (een dubbelalbum met negen nummers…), kurkdroog geluid, dat merkwaardige accent van zanger/gitarist James Hatfield, die elk laatste woord tien seconden op lijkt te rekken, geen gemakkelijke ‘hits’. Dat iets later de doorbraaksingle van Metallica, ‘One’, met de primitieve videoclip over een ‘basket case’ (soldaat uit de Eerste Wereldoorlog die alle ledematen was kwijtgeraakt, en in dit specifieke geval ook nog zintuigen en spraak), gebaseerd op een film waarvan scènes in de videoclip zitten, veel op MTV’s Headbanger’s Ball werd gedraaid, heeft niet veel geholpen. Geez, wat een lange en slechte zin. Dat dit mijn kennismaking met Metallica was en ik er dus nooit helemaal inkwam, bespaarde mij een paar jaar later een hoop ergernis toen Metallica hun “Mötley Cure-album” uitbrachten. Ik kon er juist leedvermaak om hebben. Niet helemaal terecht overigens, weliswaar is het vijfde album van de thrashmetalgrootheden niet veel heavier dan Kiss, het is wél een goed album. En sowieso, iemand uitlachen omdat ze 31 miljoen albums verkopen, dat is kinderachtig. Good for them.
4 Ik kan dat niet bij alle artiesten in deze exercitie goed beoordelen, maar aangezien ik van Metallica hun meest bepalende eerste vijf albums goed ken kan ik stellen dat dit een voorbeeld is van een band waarvan de verkeerde albums in het boek staan. ‘Master of puppets’ is een evidente keuze, alleen al gezien het commerciële succes geldt dat ook voor ‘Metallica’, maar dit? En vooral: dit wél en niet het formidabele tweede album ‘Ride the Lightning’??? Veel Metallicafans (de thrashmetal-Metallica-fans, niet de Mötley Crue-/Kiss-Metallicafans) noemen ‘Master of Puppets’ het hoogtepunt, maar ik hoor tot de waarschijnlijk bijna even grote groep die ‘Ride the Lightning’ prefereert. Ik bedoel, daar vind je ‘Creeping death’, het titelnummer, de geweldige instrumental ‘The call of Ktulu’ en vooral ‘Fade to black’. Misschien wel een van de allerbeste metalsongs (alle subvarianten) van de jaren tachtig, of ooit. In plaats daarvan moeten we van Robert Dimery naar dit kurkdroge monster luisteren. Overigens, Dimmers en zijn co-auteurs lijken tegen heug en meug metalalbums in het boek opgenomen te hebben, er worden daar wel meer rare keuzes gemaakt.
Maar…
Na aandachtige luisterbeurten moet ik dat laatste nuanceren. Ja, het album is te lang en heeft veel te lange songs, het klinkt heel matig en vermoeiend bij herhaalde luisterbeurten, de muzikanten van Metallica (met uitzonderingen wellicht van de bassisten, maar die hoor je dus niet op dit album) zijn geen grootheden, het dreunt en het duurt maar.
Dat is de ene kant. De andere kant: al die lange nummers op dit album zijn stuk voor stuk ijzersterk. Er staat geen zwak nummer op. Er is veel dynamiek. En vooral: ik weet niet of ik een voorbeeld ken van een album waar de typische, staccato powerchords die het geluid van thrashmetal bepalen tot zo’n hoog niveau reiken. Misschien zijn het niet de meeste getalenteerde gitaristen, maar het duo Hetfield-Hammond (die laatste komt in zijn solo’s vaak niet veel verder dan “ik heb naar Jimi Hendrix geluisterd en ik wil ook met een wah-wah spelen”) levert zulke ultrastrakke riffs en ritmepartijen, dat is gewoon: wow. Lars Ulrich is een weinig populair mens, en daar zijn naar verluidt goede redenen voor. Zijn drumkwaliteiten worden vaak belachelijk gemaakt. Het kan best zijn dat het moeite heeft gekost om de partijen op tape te krijgen, maar het eindresultaat is – hoewel weinig fantasievol en vaak gelijkend op houthakken – wél effectief.
Ik heb dit album op een progrock-Youtubekanaal het ‘progalbum’ van Metallica genoemd horen worden. Daar is best veel voor te zeggen, met de lange, relatief complexe songs met veel dynamiek. Twee nummers wil ik eruit lichten. ‘One’ is natuurlijk niet voor niets de song waarmee Metallica voor het eerst het grote publiek bereikte. In al zijn bombast is het een geweldige song. En dan is er de verrassing op (bijna) het einde: de instrumental – afgezien van wat spoken word van niemand minder dan Cliff Burton – ‘To live is to die’. Die is ijzersterk en meeslepend, en het intro en outro met – heel matig gespeelde – akoestische gitaar is verfrissend op dit pompeuze album.
Ik lijk heel kritisch maar wil nogmaals benadrukken: het is, anders dan in mijn herinnering, echt een sterk album. En het mag van mij op de lijst blijven. Maar ‘Ride the lightning’ moet er echt op, want dat is hun beste album. Dan schrappen we dat heel matig gelukte experiment van ‘S&M’ wel van de lijst.
pok pok pok pok speelt Ulrich op de achtergrond
ratatatatata speelt de gitaristentandem
[…] speelt de bassist

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
