#94 James Brown – Live at the Apollo (1963(1962)) 4/10

Totaal niet aan mij besteed

Als ik dit album googel krijg ik een hit van The Guardian, toch geen pisblaadje, dat de omschrijving ‘one of the greatest albums of all time’ gebruikt.

Really?

Ik heb dit album al een hele tijd in de kast staan, ik heb er nooit wat mee gehad, en voor deze exercitie ben ik het uiteraard eens beter gaan luisteren dan ik tot nu toe gedaan heb.

Dat heeft mijn mening niet veranderd, eerder het tegendeel.

Kijk, een paar dingen gaan hier fundamenteel mis. Ik noem er drie. Ten eerste is dit denk ik een album dat je heel sterk in zijn tijd moet zien. Dat geldt natuurlijk voor elk album op de lijst, maar is de essentie van een dergelijke lijst nou net niet dat deze albums die test doorstaan? Ten tweede, ik geloof onmiddellijk dat James Brown een waanzinnig goede performer was. Maar dat komt wat mij betreft in het geheel niet over op dit live-album. We zien de man niet, we horen hem alleen maar in een microfoon schreeuwen en gillen. Wat niet helpt, en dan zij we deels weer terug bij element één: de opname is niet best. Ja maar, dit is opgenomen in 1962. Dat argument snijdt niet veel hout. Uit diezelfde tijd en zelfs een decennium eerder heb ik een stapel jazz-cd’s in de kast staan die ook live zijn opgenomen – waarschijnlijk wel met minder publiek – die veel beter klinken. Af en toe loopt iemand weg van de microfoon en is de balans zoek, maar op dit album is in het geheel geen balans te vinden, waarover zometeen meer. En zoals ik al zei: James Brown zelf schreeuwt veel te hard in die microfoon, het is soms bijna alsof er een distortion op zit. Man… Ten derde: dit album en waarschijnlijk de muziek van James Brown in zijn algemeenheid draait om, welnu, James Brown. En dat is dan ook alles. De muziek speelt nauwelijks een rol, er is geen spannende muziek te ontdekken wat mij betreft. We luisteren (gelukkig niet meer dan 31 minuten) naar James Brown. En tsja, dat is niet mijn ding hè. Dat is persoonlijk, zoals al vaker gemeld. Zang is voor mij in muziek wat er een beetje bij hoort maar het interesseert me (meestal) niks. Als het echt goed is kan ik er heus wel van genieten, maar om een album te laten dragen door zang alleen moet er wel iets heel bijzonders gebeuren wil ik het kunnen waarderen.

En over de muziek gesproken… Als je dit googelt kun je bijna niks vinden dus ik ging bijna aan mezelf twijfelen. Maar nee, dat hoeft niet: in de intro door ene Fats Gondor horen we de blazers (een trompet) een kneitervalse noot spelen. En er komen er nog meer. In ‘Try me’ klinken de saxofoons, eh, laten we zeggen wobbelig. Ja, de charme van een live-album en je kunt zeggen dat het te prijzen is dat ze het niet gerepareerd hebben (destijds allicht niet zo makkelijk) maar het klinkt verschrikkelijk. Maar al die Brown-fans valt het waarschijnlijk amper op, want ze luisteren toch alleen naar de hardest working man in show business.

Over Brown zelf, of het geheel: ik vind het een enorme gospel-vibe hebben, veel meer dan funk. Voor funk verwacht ik swingende bas en pompende gitaren, daar is hier helemaal niets van te horen. Brown en zijn koortje zijn in mijn oren vooral een kerkdienst op aan het voeren. Het sterkst is dat gevoel in het ellenlange ‘Lost someone’ – het idee is best goed: een lange call & response tussen Brown en de band.

Maar er gebeurt helemaal niets.

Instrumentaal gezien dan, Brown zingt het membraan stuk.

Niets.

Elf minuten lang.

Daarom een vier, dus. Ik kan amper een hoogtepunt ontdekken.


Ontdek meer van ivo-habets.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.