#69 Frank Zappa – Hot rats (1969) 10/10

Als ‘Peaches en regalia’ het meest commerciële, radiovriendelijke nummer van een album is…

[Terzijde: hoe toepasselijk dat het 69e album uit 1969 komt…]

Frank Zappa werd geboren en bracht zijn kindertijd door in Baltimore, Maryland. Op zijn 12e verhuisde de (Italiaans sprekende) familie Zappa vanwege gezondheidsredenen van de kleine Frank helemaal naar de andere kant van het land: verschillende plekken rond San Diego, California. Op de middelbare school ontmoette hij een interessante klasgenoot: ene Don Van Vliet, beter bekend onder zijn artiestennaam Captain Beefheart.

Zappa is belangrijker geweest voor de carrière van Beefheart dan andersom, onder andere als producent van Beefheart’s (artistieke) hoogtepunt ‘Trout mask replica’. In het oeuvre van Zappa zijn er twee prominente plekken waar Beefheart opduikt: op Zappa’s album ‘Bongo fury’ uit 1975 zingt Van Vliet enthousiast mee, met als meest memorabele resultaat het fantastische ‘Muffin’ man’. En we vinden hem hier, waar hij zingt (nou ja) op het enige niet-instrumentale nummer: ‘Willie the pimp’.

Jazzrock. Of fusion. Of jazzfusion. Hoe je het noemen wil. Daar hebben we het hier over. Het genre bestond nog maar net, op zijn vroegst sinds 1966. Merkwaardig genoeg is dit het enige album van Zappa dat echt zonder meer in dat hokje valt. Zappa’s muziek is altijd een mix van allerlei stijlen en invloeden dus jazz en fusion kwamen vaak terug in zijn werk, maar dit is min of meer stijlvast hardcore jazzrock. Dat Zappa dit niet vaker heeft gedaan is een kleine ramp voor de muziekgeschiedenis, want dit album is muzikaal gezien mogelijk het allerbeste uit zijn oeuvre en zonder meer een hoogtepunt van het genre.

Het was ook het eerste reguliere Zappa-album dat ik kocht. Mijn allereerste was de verzamelaar ‘Strictly commercial’ en toen ik ‘Peaches en regalia’ voor het eerst hoorde wist ik niet wat ik hoorde. Dat album moest ik hebben! Boy, you ain’t seen nothin’ yet.

‘Peaches en regalia’ is daadwerkelijk commercieel in vergelijking met de rest van het album. En dat voor een jazzrock nummer dat opent op een ontzettende Stravinsky-manier, een van Zappa’s grote invloeden. Het is freaky as hell. We horen hier voor de eerste keer een van de drie sterren van het album in volle actie: Ian Underwood.

Ian Underwood was al lid van Zappa’s band – The Mothers of Invention – sinds diens derde album. Anders dan de originele bandleden was hij een geschoold en getalenteerd muzikant die aan Zappa’s torenhoge standaarden kon voldoen. Als twintigjarige speelde hij al op een album van Ornette Coleman, dé free jazzpionier. Op dit album treedt hij op als houtblazer en als pianist en bepaald waanzinnig goed. Voor zijn saxkwaliteiten: ‘The gumbo variations’.

Ik dacht altijd dat de man na zijn periode bij Zappa – deels samen met zijn vrouw Ruth Underwood (née Komanoff), een geweldige vibrafoniste – min of meer in vergetelheid is geraakt. Deels is dat waar omdat hij sessiemuzikant werd. Maar in die hoedanigheid – vooral op synthesizer – heeft hij op een reeks iconische albums meegespeeld, en meer nog: op filmsoundtracks. Op een enorme verzameling beroemde films uit de jaren tachtig en negentig speelt hij mee, waaronder jawel: ‘Titanic’. Maar meest opmerkelijk voor mensen van mijn generatie: de tune van… ‘The Knight rider.’ Cool.

De tweede ster van dit album is Zappa zelf. Als componist en bandleider, en zeker ook als muzikaal vernieuwer. Dit album werd met een 16-trackrecorder opgenomen, bepaald revolutionair. Luister eens hoe Ian Underwood in zijn eentje een half symfonie-orkest is in ‘The son of Mr. Green Genes’. Of neem wederom ‘Peaches en regalia’. Zappa speelt daarop ‘octave bass’. Dat is een basgitaar die met een recorder op halve snelheid is opgenomen, en daarna op hele snelheid afgespeeld zodat alles een octaaf opschuift. Dit waren de analoge tijden hè.

Maar vooral is dit de eerste keer dat Zappa liet horen wat een formidabele gitarist hij was. Het gitaarwerk op dit album is zó spectaculair! Misschien dat Captain Beefheart zingt op ‘Willie the pimp’, maar het is vooral het nummer met een eindeloze, supervirtuose bluesy gitaarsolo van Zappa. En zijn gitaarwerk in ‘Son of Mr. Green Genes’ is nog beter. Hij begon met gitaarspelen op zijn 17e… De man was zo’n ongekend muzikaal genie, misschien wel zonder gelijke in de rockwereld.

Toch is er iemand die misschien nog wel meer de show steelt en het is geen heel bekende naam. Het langste nummer hier is ‘The gumbo variations’ en dat heeft een minutenlange, werkelijk bizar gave elektrische-vioolsolo van Don ‘Sugarcane’ Harris. Het is echt het hoogtepunt van dit album.

Nog een kleine terzijde: mensen van mijn generatie zullen allemaal verrast opkijken bij het begin van ‘Little umbrellas.’ Jawel, dat wordt gesampled op ‘W.C.S. (first draft) van het onvergetelijke debuutalbum van dEUS, ‘Worst case scenario’. De soundtrack van veel studententijden midden jaren negentig.

Dit is geen lichte kost, dat mag duidelijk zijn. Wel verplichte kost. Een van de redenen dat dit een hoogtepunt uit Zappa’s carrière vormt is misschien wel dat het vrijwel volledig instrumentaal is… Want ja, Zappa’s nogal onverdraaglijke politieke en maatschappelijke standpunten, pies- en poephumor en misschien nog wel het meest zijn extreme misogynie doen nogal af aan veel van zijn andere werk. Maar dat is een onderwerp voor de andere albums op de lijst.


Ontdek meer van ivo-habets.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.