But every junkie’s like a settin’ sun
Twee ongelofelijke lijstjes.
1 Op dit album spelen mee:
- Neil Young (duh) 7
- James Taylor 1
- Linda Ronstadt 1
- David Crosby 8
- Stephen Stills 4
- Graham Nash 2
Dit is het aantal vermeldingen in het boek dat deze artiesten op eigen naam (of band) NAAST dit album hebben. En dan doet ook nog The London Symphony Orchestra mee.
2 Neil Young maakte het volgende rijtje albums:
- Everybody knows this is nowhere 1969
- [Déjà vu met Crosby, Stills, Nash and Young 1970]
- After the gold rush 1970
- Harvest 1972
- Time fades away 1973
- On the beach 1974
- Tonight’s the night 1975
Vetgedrukt wil zeggen: staat in het boek. Hee, Time fades away niet. Dat was een live-album opgenomen tijdens de Harvest-tour dat – net als ‘On the beach’ – heel lang niet leverbaar is geweest.
Zullen we constateren dat Neil Young in een gouden periode zat?
Dit is een onvoorstelbaar goed album. Er staat één wat mindere song op, de rest is allemaal een hoogtepunt uit de (moderne) muziekgeschiedenis. Toen ik ‘On the beach‘ luisterde dacht ik “misschien vind ik deze nog beter dan ‘Harvest’.
Nee hoor. Deze is nog beter.
Die verwachting komt misschien een beetje door ‘Heart of gold’. Ja, dat is een prachtig nummer. Maar je hebt dat zooooo vaak gehoord dat je haast moet denken “die hoef ik nooit meer te horen.” En het is trouwens niet een van de sterkste nummers van dit album.
Ik beschreef hoe ‘On the beach’ bijna pijnlijk depressief is. Ook dit album heeft een dominante emotie – met drie uitzonderingen: melancholie.
Zet de plaat op, ‘Out on the weekend’ begint. Het begint mooi en dan valt die mondharmonica in. Nee, mondharmonica is geen mooi instrument, maar hier… Je smelt werkelijk weg van melancholie. Het is zó mooi. Als je hiervan niet plat gaat, dan heb je echt geen gevoel voor (dit soort) muziek. Het vervolg, ‘Harvest’, is een heel andere song maar net zo melancholiek. Hier is het een pedal steel die voor dat gevoel zorgt. Eveneens: niet meteen ieders favoriete instrument.
In ‘A man needs a maid’ komt opeens het symfonie-orkest langs. Gevaarlijke combi, maar prachtig. Ik heb het nooit over teksten, maar constateer wel dat alleen al de titel niet heel erg 2025-proof is. Dan het uitgekauwde ‘Heart of gold’, met weer die mondharmonica. De melancholieke sfeer blijft aanwezig.
Dan komt het minpunt van het album (mag het?) ‘Are you ready for the country’ is veel meer upbeat en ik vind het niet helemaal werken. Op een ander album was het misschien beter tot zijn recht gekomen.
De revanche is nogal overweldigend. ‘Old man’ vind ik misschien wel de allermooiste song aller tijden. Hoe mooi kan muziek zijn? Het kan misschien nog mooier, ik vermeldde al de Neil Young-soloversie met alleen piano op ‘Live at Massey Hall’. Kijk, ik kan superlatieven stapelen maar dat maakt de tekst juist minder overtuigend. Gewoon zwijgen en luisteren. (Naar een banjo, gespeeld door James Taylor)
In ‘There’s a world’ horen we Neil Young melancholiek doen met alleen het symfonie-orkest als begeleiding. Niet de sterkste song maar nog steeds heel goed. Wat nog beter is… de rest van het album. Er komen nog drie songs en de een is nog beter dan de ander. Het is dat ‘Old man’ al geweest is, de laatste drie nummers zouden op bijna elk ander album het hoogtepunt zijn geweest.
In ‘Alabama’ gaat Neil Young net als op ‘Southern man’ van het album hiervoor los op het zuiden van de VS. Dat is dus geen melancholiek nummer maar een heel boos nummer. En wat voor een. Zowel Stephen Stills als David Crosby spelen hier mee en dit heeft ook een hele duidelijke CSNY-vibe, het komt het dichtst bij ‘Almost cut my hair’ op het onvergetelijke ‘Déjà vu’.
Dan komt het meest melancholieke nummer van het hele album, en dat wil wat zeggen. Een heel persoonlijk nummer, want in ‘The needle and the damage done’ bezingt Young het bestaan als artiest in die tijd waarin regelmatig collega’s wegvallen door heroïne-problemen (voor een keer heb ik een heel klein beetje over tekst). Het is te pijnlijk om niet te noemen. Aanleiding voor de song was voor een belangrijk deel Danny Whitten, gitarist van Youngs normale begeleidingsband Crazy Horse. Young voorzag hem van geld voor zijn verslaving. Nog voor de toernee voor dit album van start ging overleed Whitten aan een overdosis, wat dit nummer nog pijnlijker maakt. Het werd nog schrijnender toen Crazy Horse-roadie Bruce Berry even later hetzelfde overkwam. Dat was allemaal weer de aanleiding voor het album ‘Tonight’s the night’. Jawel, ook in het boek.
De afsluiter ‘Words’ is weer boos in plaats van melancholiek. Het is het enige nummer op dit album dat het karakteristieke gitaarwerk van Young bevat. Heel bijzonder is het begin van de lange gitaarsolo. Wat Young daar doet is een solo spelen eigenlijk door hem juist niet te spelen. De noten worden gesuggereerd, je hoort ze zonder dat ze gespeeld worden. Dit is het ultieme voorbeeld van hoe Young toch een geweldige gitarist is, ondanks een gebrekkige techniek (wat ook duidelijk te horen is in dit nummer).
Mensen mensen, dit is zulke goeie muziek.
Punt.

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Eén gedachte over “#65 Neil Young – Harvest (1972) 10/10”