Deze hoort hier niet
Vooropgesteld: ik vind dat dit – ijzersterke – album in deze lijst niets te zoeken heeft. Natuurlijk, er staan meer jazz-albums in het boek. Een deel daarvan is jazzrock, een verhaal apart – dat genre zit dicht tegen progrock aan, hoewel het echt iets anders is. Het grootste deel zit op het snijvlak van jazz en populaire muziek, zoals Frank Sinatra die al langs kwam, of is in elk geval dusdanig luistervriendelijk – Miles Davis’ Kind of Blue of Keith Jarrest’s Köln concert – dat de meeste oren die vooral gewend zijn aan moderne muziek er wel tegen kunnen. Trouwens, Kind of blue staat waarschijnlijk in de platenkast van elke serieuze muziekliefhebber. De enige plaat in de lijst die hier in de buurt komt – voor zover ik weet – is van Charles Mingus, waarover zometeen meer.
Dit is hardcore jazz. Voor getrainde luisteraars. En zelfs veel jazzliefhebbers zullen moeite hebben met de dissonanten van Monk. Om over de merkwaardige, uiterst complexe melodieën maar te zwijgen. Ik baseer me hier even op mensen die er meer verstand van hebben: het titelnummer heeft een A-sectie van acht maten en een B-sectie (de meeste songs hebben een A-A-B-A-structuur) van zeven maten gevolgd door een A-sectie van zeven maten. Nu ja, sla me maar dood. Naar verluidt had de band minstens 25 pogingen nodig om het op tape te krijgen, het was te complex. Feit is, of je dit eruit haalt of niet, de muziek van Monk klinkt vaak extreem ongemakkelijk.
Zijn pianospel is met recht onnavolgbaar. Hij is een meester in het plaatsen van vreemd klinkende akkoorden op hele vreemde momenten, extreem gesyncopeerd (uit het ritme, zeg maar). Vreemd, maar uiterst muzikaal. Het is net alsof hij de muziek beter, dieper begrijpt dan anderen. In zijn pianospel heeft hij overigens een overduidelijke leermeester. Niemand minder dan Duke Ellington had diezelfde kwaliteit, maar Monk – komende uit de bebop waar Ellington vrijwel altijd bleef in de meer conventionele omgeving van big-band swing – voert het veel verder door. Maar luister eens naar het trio-album dat Ellington maakte met Max Roach – jawel, ook op dit album de drummer – en Charles Mingus – daar is-ie! – op bas: dan hoor je hoe dicht hij en Monk bij elkaar zaten. Monk’s composities zijn wel veel gedurfder dan Ellington ooit heeft gedaan.
Mijn oren zijn behoorlijk getraind, met honderden jazz-albums in de kast, een deel daarvan veel extremer dan dit. En toch blijft het wennen. Goed is het, steengoed. We hebben Monk op piano en op een curieuze celesta in ‘Pannonica’, Sonny Rolins op tenorsax, de minder bekende Ernie Henry op altsax en Oscar Pettiford op bas. Op ‘Bemsha swing’ speelt Paul Chambers bas en duikt Clark Terry op als trompettist. Dat nummer werd uiteraard in een andere sessie opgenomen.
Eerlijk gezegd, de echte kracht van dit album zit voor mij in kant B. Het genoemde ‘Pannonica’ met die vreemde celesta – klinkt een beetje als een xylofoon – is een uiterst intrigerend nummer met een saxofoonmelodie die als het ware lijkt voort te slepen, alsof de heren blazers achter de melodie aanrennen, nee: aansjokken is een betere term. ‘I surrender, dear’ is een pianosolo-optreden van Monk. Er is niet voor niets een apart album uitgegeven met de solo-opnames van Monk. Hij is dan misschien wel op zijn best. Het is een bekende melodie, maar die speelt Monk natuurlijk geen enkele keer. Hij draait eromheen, rijdt erlangs, ruikt eraan, vliegt er eroverheen om dan in een elegante dans weer een andere kant op te gaan en precies op tijd weer terug te keren. Juist in de opnames van deze standards hoor je hoe extreem muzikaal Monk is. Hij is volledig meester over het basismateriaal en kan er alles mee doen wat hij wil. Ook ‘Bemsha swing’ met het aangepaste kwintet – Rollins is er wel bij – is een topsong. Moet je die curieuze intro horen… Ik heb nu alle titels genoemd behalve de mooiste. Titel, bedoel ik: ‘Ba-lue Bolivar Ba-lues-are’. Probeer maar zonder tikfouten te schrijven.
Maar zoals ik begon, deze muziek staat zo ver af van wat hier gebruikelijk voorbij komt, het is letterlijk in a different league en vergelijken is zinloos.
Dat maakt het niet minder goed. Terwijl ik dit tik staat ‘I surrender, dear’ voor de derde keer op. Bizar. Zó goed.

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.