Mijn impressie van de openingstrack en grootste hit van dit album ‘Smack my bitch up’: bijna zes minuten gekke computergeluidjes waar af en toe iemand de titel overheen schreeuwt en als afwisseling, een soort bridge, hebben we een passage met een vrouwenstem die een oosterse melodie zingt. Ik veronderstel dat mijn favoriete bandlid Keith Flint (“Wat doe je voor de kost?” “Ik zit in een band.” “Oh, wat speel je?” “Ik speel de dans.” “Elektrisch of akoestisch?”), eh, danst.
Dit album was destijds een sensatie. Je kon geen muziektijdschrift openslaan, muziekwebsite bekijken (voor zover dat al bestond in 1997, of beter: als je de tijd nam tot de pagina regel voor regel door de telefoonlijn was gekomen), geen krant lezen of daar waren ze: The Prodigy. Ik ben er altijd van weggebleven uit antipathie tegen dit soort muziek. Maar ik moet eerlijk toegeven dat ik dit album best wel oké vind. De muziek vind ik bij vlagen de moeite waard. Het heeft onmiskenbaar enorm veel energie en ik snap dat het dansbaar is, als dat je ding is.
Mijn grootste probleem, behalve het computerkarakter maar laat ik die vooringenomenheid proberen te negeren, zit in de vocalen. Die vind ik echt verschrikkelijk. Dieptepunt is ‘Breathe’, waar een ‘gezongen iets’ in voorkomt waarmee Johnny Lydon in vergelijking klinkt als Pavarotti. Het is vooral geschreeuw, vaak ook nog vervormd. Het ergste is dat misschien nog wel in de hits. Ik had het al over ‘Smack my bitch up’ en ‘Breathe’ maar in ‘Firestarter’ is het niks beter. De drie hits vind ik echt de zwakste nummers van het album, merkwaardig genoeg. ‘Climbatize’ is mijn favoriet. Hee, dat is instrumentaal!
Op naar… Nee, nog niet bekend.
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.