Hoe zullen we de muziek van Fela Kuti noemen? Afrojazzfunk, zoiets? Het is onmiskenbaar Afrikaans, dit album druipt van de jazzinvloeden en funk is ook overduidelijk aanwezig. Maakt het uit? Nee. Ik luister onbevooroordeeld en dat was duidelijk te lezen in de vorige beoordeling.
Bij het beluisteren van dit album werd ik op het verkeerde been gezet. Er is op latere edities van dit album een vijfde nummer toegevoegd. En dat was geen goed plan. Het is een opname uit 1978 – terwijl het album zelf uit 1971 stamt – en het is niks meer dan een ’twin-drumsolo’. Ginger Baker en Tony Allen proberen ons 16 minuten lang te amuseren. Drumsolo’s. Als je in een concertzaal bent een uitstekend moment om bier te gaan halen, als je er thuis naar moet luisteren… Pfff.
Maar dat hoort dus niet bij het originele album en dat staat hier centraal. Toch verandert het mijn oordeel niet fundamenteel want het hele album lijdt onder hetzelfde fenomeen. Het duurt allemaal te lang, dat kennen we van Fela Kuti trouwens, en er gebeurt net te weinig in die lang uitgesponnen nummers. Het is goeie en aangename muziek maar de spanningsboog is te laag. Hoogtepunt is waarschijnlijk toch ‘Ye ye de smell’ met Ginger Baker als drummer (dat is maar op de helft van de nummers het geval – Ginger Baker op de cover zetten was waarschijnlijk deels een marketingtruc). Die laat in dat nummer horen echt goed te kunnen drummen. ‘Egbe mi o’ wordt ontsierd door een stupide ‘la la la’-koortje. Bah.
Hmm hmm. Dus. Tip: als je dit album wil luisteren, beperk de playlist dan in elk geval tot de originele vier nummers.
We gaan weer elektronisch! De koningen van de ‘big beats’.
Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.