#12 Frank Sinatra – In the wee small hours (1955) 7/10

Het allereerste album uit het boek! Dat is overigens curieus, want een tiental albums verder komen we ‘The birth of the cool’ van Miles Davis tegen, als ik me niet vergis uit 1949 of zelfs 1948. Maar misschien in album-vorm pas later uitgegeven.

Dit is het moment om een controverse rond dit boek aan te stippen. Er staan iets minder dan 50 jazz-albums in (niet mijn telling, en sommige van deze zou ik niet als jazz betitelen, maar goed). Hoe logisch is dat? Jazz is eigenlijk een eigen genre. Ja, dat geldt ook voor hiphop versus metal versus wereldmuziek versus psychedelische rock et cetera. Maar in moderner tijden wordt jazz toch als een ander genre gezien dan, laten we zeggen: contemporaine populaire muziek. Jazz verdient zonder meer een eigen boek. En hee, dat is er. Meerdere vermoedelijk. Kijk maar naar ‘The Penguin guide to jazz’ (een bizar naslagwerk, overigens) en zie de ‘kroontjes’ voor de beste albums als eretitel ‘album dat je geluisterd moet hebben voor je sterft’.

Voor de tijd waarin dit album werd opgenomen ligt het natuurlijk weer genuanceerder. Er was nog geen popmuziek, of beter: dat was juist jazz. De eerste rock ‘n’ roll was er al, en blues bestond natuurlijk als zelfstandig genre (dus niet als vorm binnen de jazz of de latere populaire muziek) al weetikhoelang, maar dit soort lichte jazz was de populaire muziek. Hoe sterk het jazzkarakter van dit album is, dat is weer een andere discussie. Als je als uitgangspunt hanteert dat jazz altijd als belangrijk element (instrumentale) improvisaties heeft: geen jazz.

Frank Sinatra. Misschien wel de beste zanger ooit. Hij is geweldig. Nee, hij heeft niet per se de allerbeste stem, of beter: dat heeft-ie niet. Maar zijn timing, zijn frasering, zijn ‘performance’, het is uit de kunst.

Dit album is in die zin een album, of beter: een geheel dat het als het ware thematisch is samengesteld. Albums waren vaak letterlijk samenraapsels van lukraak gekozen opnames. Daar komt de naam ook vandaan: een album was tot de komst van de 33-toerenplaat dus echt gewoon een album, zo’n ding waar je ook postzegels in stopt, met een verzameling losse 78-toerenplaatjes.

Dit is dus één geheel, met nummers die passen bij de titelsong: ‘In the wee small hours of the morning’. Een betere omschrijving dan ochtend is juist ‘late nite’. Het zijn allemaal rustige nummers die wat weemoedig klinken en waarbij je jezelf met je partner ziet zitten in een schaars verlichte ruimte met een glas wijn dat af en toe bijgevuld moet worden. het wordt vast gezellig. Ondanks, overigens, dat de inspiratie voor dit album juist Sinatra’s echtscheiding was (lees ik in het boek).

Maar vanuit muziekoogpunt is dat er een beetje te veel aan. Het kabbelt allemaal maar voort in dat langzame tempo. Gedurende de rit wordt de neiging om naar je stereo ‘hee, trek eens een pot jalapenopepers open en stop die ergens’ te roepen steeds groter. Ja, de orkestraties zijn zeer verzorgd en mooi, Ol’ blue eyes doet zijn best maar het blijft als het ware hangen. En eerlijk: in dit soort nummers komen de kwaliteiten van Sinatra misschien niet het allerbeste tot hun recht.

Dus ja het is mooi en goed gedaan, maar het is geen verpletterende opener van dit boek.

Op naar… de zichzelf als goden van de metal beschouwende L.A.-boys. Met hun pop-album. Over hokjes gesproken…


Ontdek meer van ivo-habets.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.