Ik snáp het gewoon niet
Kijk, ik kan er niets aan doen. Ik ben geboren in 1974. Dat betekent dus ook vrij automatisch dat ik in 1989 14 respectievelijk 15 was en dus midden in mijn – qua cultuuropvattingen – vormende jaren zat. In dat jaar kwam Alice Coopers (de man, niet de band) album ‘Trash’ uit met de enorme hitsingle ‘Poison’. De man Alice Cooper maakte iets dat bekend kwam te staan als shockrock, waarbij zijn bizarre make-up en achterlijke podiumact, met gedoe met vleermuizen, centraal stond.
Best wel zielig.
Niet serieus te nemen.
Diezelfde Alice Cooper – de band, met de man als frontman – kende ik echter ook van ‘Halo of flies’, dat een flink hoge positie innam in Veronica’s ‘Top 100 aller tijden’, een radiofenomeen, altijd uitgezonden op Goede Vrijdag – een vrije dag – dat een niet te onderschatten invloed heeft gehad op mijn muzikale vorming. Die twee dingen – de geweldige song ‘Halo of flies’ en de troep van ‘Poison’, kon en kan ik niet met elkaar rijmen. O ja, Alice Cooper de man trad vlak voor het genoemde ‘Trash’-album ook in het zonder meer nog zieliger jaren-80-fenomeen Wrestlemania. Geez.
Toen ik het boek kocht en twee albums van de band Alice Cooper tegenkwam dacht ik vanwege de zielige shockrocker “hè”? Nog verbaasder was ik toen ik las dat niemand minder dan een van mijn muzikale helden.- muzikaal, want als persoon heb ik nogal wat aanmerkingen – Frank Zappa enorm gecharmeerd was van Alice Cooper en hem signeerde voor zijn platenlabel. Bizar. Wederom: niet met elkaar te rijmen.
Die verwarring heb ik nog steeds, ook na de zo neutraal mogelijke luistersessies die ik aan dit album wijdde. Ik heb dit album en de voorganger ‘School’s out’ in de kast staan vanwege het boek en ik heb er nooit veel mee gekund. Zoals wel vaker heb ik het nu aandachtiger geluisterd.
[Terzijde: ‘Halo of flies’ staat blijkbaar op ‘Killer’, de voorganger van ‘School’s out’ en alweer het derde album van Alice Cooper (de band), wat ‘Billion dollar babies’ dus het vijfde album maakt.]
Ik weet nog steeds wat ik ermee aanmoet. Tijdens de luisterbeurten ging ik qua waardering heen en weer tussen een 6 en een 9, om uiteindelijk na de laatste luisterbeurt op mijn fantastische koptelefoon (altijd de beste manier) toch op het laagste cijfer te blijven hangen. De muziek op dit album lijkt een soort genre op zichzelf, op zich positief. Het heeft elementen (vrij veel) van glamrock, maar evengoed van progrock. En op afsluiter ‘I love the dead’ – de titel suggereert het al – horen we de shockrocker Alice Cooper, net als in ‘Sick things’ – wederom, what’s in a title? Dieptepunt is waarschijnlijk de totaal overbodige honky tonk pianoballade “Mary Ann’. Wat was daar de bedoeling van?
Goede en matige momenten wisselen elkaar in hoog tempo af. Titelsong ‘Billion dollar babies’ lijkt veelbelovend als progrocksong, waarna we in ‘Unfinished sweet’ weer in platte glamrock lijken te belanden, tot we in een hartstikke jazzy progrock interlude belanden. Dat is waarschijnlijk veruit het interessante moment van het album, verpakt in een matige song. Het bekendste nummer ‘No more mr. Nice Guy’ is een aardige poprocksong – maar ook niet meer dan dat. Net als het daarna komende ‘Generation landslide’. Enzovoort enzovoort.
Het is allemaal een beetje van alles en nog wat en vooral telkens net niet.
Kortom: ik kan er niet zo veel mee en ik snap de man en de band niet.

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
