#114 Supergrass – I should coco (1995) 9/10

Rock ‘n’ roll! Oftewel: 40 minuten puur muziekplezier

Dit album kwam uit in 1995, in hetzelfde jaar als Radiohead’s ‘The Bends’, Oasis’ ‘(What’s the story) Morning glory’ of, van de andere kant van de grote blauwe vlek, the Smashing Pumkins’ ‘Mellon Collie and the infinite sadness.’

Kortom: het kwam uit in de hoogtijdagen van de alternatieve rock. En dit debuutalbum van een stel amper twintigers (zanger/gitarist Gaz Coombes was negentien toen dit album uitkwam, de andere twee/drie leden net iets ouder) uit Oxford werd het beste verkopende debuutalbum sinds…. ‘Please, please me’ van een zeker bandje uit Liverpool. De status van die band heeft Supergrass – uiteraard – nooit bereikt, maar dat dit een bominslag van een debuutalbum was mag ook duidelijk zijn. Het tweede album, ‘In it for the money’, zou ook heel succesvol zijn, staat eveneens op de lijst en is misschien in sommige opzichten nóg beter.

Want jawel, dit is een topalbum. Een feest om te luisteren. Het is net zo’n anti-chagrijnmiddel als Sinatra’s ‘Songs for swingin’ lovers!’, het is een veertig minuten durende explosie van energie en plezier. Het oncontroleerbare wikipedia is altijd je beste vriend: het vermeldt dat de band beïnvloed werd door the Buzzcocks, the Jam, Madness en the Kinks. Really? Ik vind twee andere inspiratiebronnen veel meer voor de hand liggen. Ten eerste, waar dit nog het meeste op lijkt is voor mij toch echt the Small Faces. Recht uit de jaren zestig, maar met de sound en de energie van de o zo blije jaren na de val van de muur. De andere band waar met name de ritmesectie goed naar geluisterd heeft is natuurlijk the Who: de te energieke manier van drummen van Danny Goffey kan niet los worden gezien van het voorbeeld van Keith Moon, terwijl de all over the neck manier van basgitaarspelen van Mick Quinn afkomstig lijkt van John Entwistle. (Overigens is Rob Coombes het al dan niet vierde bandlid, oudere broer van Gaz, die op dit album keyboards speelt maar pas later officieel lid van de band werd).

Het doet er eigenlijk ook allemaal niet toe, want dit album draait om plezier, energie, en gewoonweg een hele verzameling f**king goeie songs. Wat een aanstekelijk muziekplezier! Het album opent met een enorme bak energie in de vorm van ‘I’d like to know’, en het gaspedaal wordt constant ingedrukt gehouden langs pareltjes als de grote hit ‘Alright’ of ‘Strange ones’. Het intro van ‘Sitting up straight’ belooft even een rustpuntje te brengen, waarna je alweer een bulldozer in punkvorm over je heen krijgt. In ‘She’s so loose’ (ik wil niet weten waar die tekst over gaat…) wordt daadwerkelijk even gas teruggenomen en het levert misschien wel de interessantste song van het album op. Een pareltje!

Maar dan…

Kijk, Gaz Coombs was negentien. De andere leden waren ‘al’ de twintig gepasseerd, net. Deze jongens zullen ongetwijfeld te veel gedronken hebben, nog wat andere dingen gebruikt hebben. Het is moeilijk om informatie over producer Sam Williams te vinden (met die naam ben je sowieso moeilijk googelbaar, en hij heeft geen wiki-lemma, allmusic.com heeft ook geen info) maar ik vermoed dat die ook twintig was, volgens de enige geboortedatum die ik kan vinden en dat klopt met de foto op allmusic.

En dan neem je dus ‘We’re not supposed to’ op. Dat opnemen is tot daaraan toe. Maar het op het album zetten (1) op verhoogde snelheid (2) is gewoon kinderachtig en achterlijk. Een ontzettend minpunt op een bijna perfect album.

Want het gaat verder met het fraaie, loom swingende ‘Time’ en eindigt (bijna) met ‘Sofa (of my lethargy)’ waarin de band opeens bijna progrock-achtige passages laat horen. Dat verrijkt het album, anders dan die wiet-heliumballon-troep. Er is zelfs nog een andere invloed te horen, die we ook in ‘Alright’ al even langs horen komen. Hier zit wel degelijk een flinke portie jaren-zeventig-country-pop/rock in. Alsof de jongens in hun jeugd ook naar Smokie (oorspronkelijk Smokey) hebben geluisterd – en dat is bepaald niet ondenkbaar, of beter: heel waarschijnlijk (ik ben van ongeveer dezelfde generatie, dus ik kan het weten).

Merkwaardig is dat ‘Sofa’ een minutenlang outro heeft waarmee het album fraai lijkt af te sluiten. Maar dan komt er nog een echte afsluiter, waarmee de band een opvolger voor Reinhard Mey’s ‘Gute Nacht, Freunde’ lijkt te hebben willen maken – maar (hoewel op zich niet slecht) dat was niet nodig geweest aangezien we dat outro al hadden gehad. Overigens zullen ze Reinhard Mey in Oxford wel niet kennen.

Een geweldig debuut, met schoonheidsfoutjes zoals misschien wel bij een debuut hoort.


Ontdek meer van ivo-habets.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.