Ray Davies is een gewéldige songwriter
Dit is het vierde en laatste album van The Kinks op de lijst. Vier opeenvolgende albums die uitkwamen tussen 1966 en 1969 werden door Robert Dimery en zijn team allemaal goed genoeg gevonden om in het boek opgenomen te worden.
En terecht. In elk geval, dat kan ik stellen voor de twee die ik nu heb gehad. Deze helemaal, want wat een geweldig album is dit. Zet het op en laat jezelf verpletteren door de twee openingstracks (waarna een beetje gas terug wordt genomen): ‘Victoria’ en “Yes Sir, no Sir’. Allebei de nummers vallen vooral op doordat de bridge totaal afwijkt van de basisstructuur van het nummer, opeens kom je in een andere wereld terecht waarin het heel prettig toeven is.
Dit is een soort conceptalbum dat geïnspireerd werd door een zus van de Davies-broers die met haar echtgenoot, jawel: Arthur, enkele jaren eerder geëmigreerd was naar Australië. Luister naar het bijtende ‘Australia’, ook alweer een absoluut geweldig nummer, over de dromen die het stel zal hebben gehad van het leven in Australië, waar je kunt surfen zoals ze in de VS – voilà de Beach Boys – doen.
Bij ‘The Village Green Preservation Society‘ moest ik ingaan op de tekst van het openingsnummer. Dat album stond vol met weemoed naar een Engeland dat aan het verdwijnen was, hier komt die weemoed eigenlijk ook terug, waarbij er een element aan wordt toegevoegd dat dit een monument maakt. We duiken hier in de levens van de (niet helemaal upper) middle class, misschien beter de working class. Die heeft dromen maar een realiteit die daar niet bij in de buurt komt.
Dat wordt ongelofelijk mooi neergezet in het absolute hoogtepunt van dit album: het majestueuze, rijk georkestreerde ‘Shangri-La’. Critici verweten de Davies-broers dat hier de spot werd gedreven met de working class, maar daar is toch geen sprake van? Dit is zo mooi gedaan. Ik moet onmiddellijk denken aan ‘Pretty paracetamol’ van Fischer-Z – debuutalbum ‘Word salad’ had best op deze lijst gemogen, maar nee – dat precies een decennium later diezelfde working class hero in zijn trein op weg naar kantoor weer oppikte.
Maar hee, voor we afdwalen naar teksten: de muziek, die is geweldig. Ook dit nummer heeft weer zo’n bridge waardoor je bijna denkt dat je in een ander nummer terecht bent gekomen. De muziek wordt opeens een stuk agressiever, terwijl de tekst dat ook wordt. Daarna krijgen we een lalala-koortje terwijl het orkest een swingende toon opzoekt, waarna het tempo opeens helemaal wordt teruggedraaid – en langzaam weer opgevoerd, net als de intensiteit. Dit is songwriting van de allerbovenste plank!
Ray Davies moet in die tijd werkelijk een inspiratiebron in zijn tuin hebben gevonden waar heel goed water in zat. Hij schudt het ene na het andere briljantje uit zijn mouw.Nog eentje noemen? Afsluiter ‘Arthur’ zet een prachtige punt achter het album. Hoe mooi is het – niet eens bedacht – dat dit album over de teloorgang van het Britse Rijk is opgehangen aan iemand die dezelfde naam draagt als de ultieme Britse held, de man wiens belevenissen de basis vormen voor zo veel literatuur en misschien wel voor het volksgevoel van de Britten…
Gaat dan alles goed? Kan hij echt alles? Eh nee, ‘She’s bought a hat like Princess Maria’ vliegt vrij serieus uit de bocht.
Maar ach, dat mag. Dit is een hoogtepunt uit de muziekgeschiedenis.

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
