#111 The Who – Who’s next (1971) 8/10

Circulaire structuur!

Het is een onderwerp waar ik het al een tijdje niet meer over heb gehad: het belang van een goede opbouw van een album, van een goede verdeling en volgorde van de nummers. Aangezien misschien wel 90% van de invloedrijke en belangrijke albums dateert van voor 1990 – en dus van voor de cd als dominant medium, hoewel dat na 2020 weer opnieuw de elpee is – moet je bovendien denken vanuit de structuur van de elpee: met een A- en een B-kant dus.

Nou, ik beschreef al hoe invloedrijk The Who is geweest met de innovatieve manier waarop zowel drums, bas als elektrische gitaar werden gebruikt. Op dit album laten ze ook zien dat ze de kunst van het samenstellen van een album tot in de puntjes beheersen.

Simpel gezegd: het album begint én eindigt met de twee absolute hoogtepunten. En oh boy, dat zijn echt twee nummers die in het modernemuziekmuseum een prominent plaatsje aan de muur mogen krijgen. Opener ‘Baba O’Riley’ heeft een van de meest onvergetelijke intro’s uit de hele muziekgeschiedenis, niet gespeeld op synthesizer zoals veel mensen denken, maar op een Lowrey elektrisch orgel. het is een fantastisch nummer.

Kijk, dit vergeten we in dit streaming-tijdperk. Wat mensen vroeger deden is dat ze naar een platenzaak gingen, met hun budget bij elkaar gespaard met een krantenwijk, waarmee ze één of misschien twee elpees konden kopen, en dan zochten ze wat bij elkaar, gingen naar de balie, en zeiden “mag ik deze luisteren?” Dan mocht je naar een pick-up met een koptelefoon, en dan legde je de eerste plaat erop. Je ging natuurlijk niet die hele stapel platen luisteren, en anders dan bij een cd kon je niet zo makkelijk nummers switchen. Dus die beginklanken van een elpee konden heel bepalend zijn voor de beslissing om een plaat al dan niet te kopen.

Voilà ‘Baba O’Riley’. Het belang van een slotnummer zit niet in de winkel maar thuis. Als dat heel goed is heb je sowieso meer het gevoel dat je naar een meesterwerk hebt geluisterd, en het zet ook meer aan tot het omdraaien en opnieuw draaien van de plaat, of zelfs tot het kopen van nog een album van dezelfde band.

Voilà het monumentale ‘Won’t get fooled again’. Wat een fantastische plaats is dat! Het wordt voorafgegaan door ‘Behind blue eyes’, dat ook gerust een hoogtepunt genoemd mag worden. Een heel rustig begin, prachtige intro met de combinatie van mooie zang en sfeervolle gitaar, aangevuld met fraaie harmonieën. Het begint als een archetype van de rock-ballad – het genre was zich nog aan het vormen! – maar eindigt in The Who-bombast.

Is dit dan een waanzinnig goed album? Nee…

Want de rest van het materiaal haalt bij lange niet het niveau van met name de drie genoemde nummers. Erger: in ‘The song is over’ kunnen we pijnlijk vaststellen dat Roger Daltrey heel eerlijk gezegd misschien wel niet een heel geweldige zanger is.

Best wel onevenwichtig dus. Maar de hoogtepunten zijn er voor een belangrijk deel de reden van dat The Who een prominente – zij het, zoals betoogd, onderbelichte – plek in de rockgeschiedenis heeft. O ja, ze experimenteren hier (‘Going mobile’) ook nog met synthesizers. Daar waren ze niet de eerste in hoor, maar in dit soort erg stevige rock – eigenlijk gewoon hardrock – was het toch niet heel gangbaar en zou het dat ook decennia lang niet worden.

Gewoon luisteren, dit album.


Ontdek meer van ivo-habets.nl

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.