Oef, wat is dit slecht… (en wat had dit veel beter gekund)
[Podcast-voorbereiding-aflevering (1001 Album Complaints episode 233 verschenen 3 november – disclaimer: circa eerste tien minuten al geluisterd]
[Door een vakantie en een hoognodige pauze na het enorme tempo van de laatste tijd heb ik even op de rem gestaan – nu alsnog de beschouwing van het podcastalbum]
dit is een merkwaardig album. o ja, k.d. lang doet niet aan hoofdletters, in elk geval niet voor haar naam (gek genoeg wel voor de titels), dus dat eren we door die overbodige inktverspillers achterwege te laten, maar gelukkig niet de interpunctie, want tussen haar voornameninitialen (Kathryn Dawn, of kathryn dawn) staan wel puntjes.
oké, over naar de inhoud. een merkwaardig album, dus. dit is officieel k.d. lang’s debuutalbum, nadat ze een aantal albums met een band (The Reclines met hoofdletters) had uitgebracht. voor een debuutalbum is dit, naar ik aanneem, een opmerkelijke hoogbudgetproductie. niet alleen een lijst muzikanten, gastmuzikanten, strijkensemble en vooral het nummer waar dat ze samen met country-grootheden Kitty Wells (ken ik niet), Loretta Lynn (zelf ook op de lijst) en Brenda Lee opnam, maar ook als producer ene Owen Bradley die weer het beste werk van grootheid Patsy Cline opnam.
en die productie, dat is precies waar dit album verschrikkelijk uit de bocht vliegt. echt bijna alle keuzes pakken hier dramatisch uit, wat een weliswaar luisterbaar maar nogal vreselijk resultaat oplevert. en nee, dat is niet wat je zou verwachten voor een album uit 1988: het klinkt gewoon goed, eigenlijk zelfs erg goed. op een paar uitzonderingen na: in ‘black coffee’ (een van de betere nummers) horen we bijvoorbeeld een foeilelijk 80’s-keyboard.
het is de keuze van de nummers en de arrangementen en de aanpak die de getalenteerde muzikanten die hier actief zijn totaal in hun hemd laten staan. k.d. lang voorop, want als een ding duidelijk is: die dame kan écht zingen, ze heeft een werkelijk prachtige stem.
maar je wil haar af en toe uit het raam flikkeren. het gaat al helemaal mis bij de eerste twee nummers (‘western stars’ en ‘lock, stock and teardrops’). kijk, falset is een lastig iets. niemand zal zeggen “ik ben dol op falset” en toch zit bijvoorbeeld in het niet alleen in nederland meest geliefde nummer aller tijden (‘bohemian rhapsody’) een flinke dosis falset. maar hier wil je k.d. lang echt iets heel naars aandoen (figuurlijk, uiteraard). en deze nummers zijn nog lang niet het dieptepunt. dat is – qua zingen – toch echt ‘(waltz me) once again around the dance floor’. jeetje. dat is niet goed… k.d. lang zet een paar keer van die “knorren” in, een soort vocale overdrive, alsof ze haar stem tot het uiterste moet drijven – wat overduidelijk niet het geval is. dat is nog niet het ergste. er komen ook “woeh”’s langs en op het einde zelfs een diepgevoelde “wow”, alsof we net naar een uitzonderlijk heftige beuker hebben geluisterd – terwijl we in werkelijkheid een uiterst gezapig sesamstraat-liedje hebben gehoord. het is een beetje belachelijk.
het kan nog slechter, ben ik bang. ‘don’t let the stars get in your eyes’ is het echte dieptepunt. o mijn god. het wordt gelardeerd door een akoestische gitaar die ergens het midden houdt tussen een flamencogitaar en een mexicaanse-folk-gitaar, die dan weer in duet gaat met de op dit album verschrikkelijk aanwezige lap- en/of pedal steel. om het nog erger te maken zit er een delay op de zang die ook dat vreselijk laat klinken. dit is echt lachwekkend.
zoals misschien al duidelijk is: dit album staat vol met uitvoeringen van klassiekers uit het country en andere-witte-pop-genre. dat is jammer, want uit die tien minuten die ik van de podcast heb geluisterd leer ik dat k.d. lang zelf een goede songwriter is. er staat geen enkel eigen nummer op dit album, alleen maar mislukte uitvoeringen van klassiekers, waarin ze soms (i wish i didn’t love you so’ of het betere ’tears don’t care who cries them’) klinkt als elvis presley – van huis uit een countryzanger.
had ik de lachwekkende “aaahh” of “oehoe”-koortjes al genoemd? mijn hemel. het zijn mannenkoortjes, om te contrasteren met de stem van k.d. lang naar ik aanneem, maar het is echt vooral lachwekkend.
is niks goed? jawel, zoals al gezegd, op de betere momenten hoor je dat k.d. lang prachtig kan zingen met een heerlijke lage alt. titelnummer ‘shadowland’ wordt daardoor een van de betere nummers, net als het bluesy – door een jengelende saxofoon nét niet verkrachte – ‘busy being blue’.
dan is er nog dat bedoelde hoogtepunt, het kwartet met countrysterren. mijn hemel. het is een medley, op zich al een uitdagende keuze. het heet ‘honky tonk angels medley’ en dat is deze keer precies hoe het klinkt: als een wel heel matige honky tonk-reclame voor verschaald Amerikaans bier met 3%-alcohol.
dit is jammer, want ik weet vrij zeker dat k.d. lang véél beter albums heeft gemaakt dan dit monstrum. het is alsof producer en platenlabel dachten” laten we een elpee maken waarmee we geen luisteraar voor het hoofd stoten” waarna ze precies dát deden.
bah

Ontdek meer van ivo-habets.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
